Film-Plateau presenteert in het najaar van 2024 een cyclus van films die aansluiten bij de cursus ‘Avant-garde film en video’ uit de bacheloropleiding Kunstwetenschappen en die cinema volop als een ‘haptisch’ medium exploreren. Mise-en-scène, camerahoeken, montage, geluid en shotcomposities worden door vele cineasten ingezet om aan beelden een ruige dan wel een subtiele of poëtische tactiliteit en lichamelijkheid te verlenen.
Zoals Dziga Vertovs constructivistische meesterwerk De man met de filmcamera (1929) de cameralens en het oog voortdurend tegen elkaar uitspeelt, blijft het oog vele kunstenaars en cineasten fascineren – een aspect dat uitvoerig aan bod komt in het programma ‘Rondom mooie ogen’ met kortfilms van onder meer Henri Storck, Man Ray, Takahiko Iimura en Alain Resnais. Naast het oog is de hand een lichamelijk motief dat experimentele filmmakers uitermate fascineert – close-ups van handen structureren het programma Schone handen: kortfilms met werken van onder meer Ed van der Elsken, Yvonne Rainer, Richard Serra en Francis Alys. De hand vormt ook een uitgesproken motief in kunstdocumentaires die de kunstenaar aan het werk laten zien zoals in Visite à Picasso (1950) van Paul Haesaerts, dat samen met enkele andere kunstdocumentaires van de net 50 jaar geleden gestorven kunstcriticus en cineast wordt vertoond. De kunstenaar aan het werk vormt ook het onderwerp van El Sol Del Membrillo (1992), Victor Erice’s indringende portret van het meticuleuze werk van de Spaanse schilder Antiono López Garciá. Tot slot omvat dit programma ook de kunstdocumentaire Si c’était l’amour (2019) van Patric Chiha over choreografe Gisèle Vienne. (SJ)
di 24.09 – 20:30
Oscar Micheaux, VS, 1925, stille film met Engelse tussentitels, 80', live pianobegeleiding
di 01.10 – 20:30
Dziga Vertov, Sovjet-Unie, zwart-wit, 1929, 100’, 35mm, stille film zonder tussentitels, live pianobegeleiding
di 22.10 – 20:30
Robbe De Hert, 1973, België, Nederlands & Frans gesproken en ondertiteld, 99'
di 29.10 – 20:30
Isaac Julien, 1991, Isaac Julien, VK, 104’, Engels gesproken, niet ondertiteld
di 05.11 – 20:30
Drieluik kortfilms
1. Step by Step
(1978, Ossama Mohammed, Syrië, zwart-wit, Arabisch gesproken, Engels ondertiteld, 23’)
di 12.11 – 20:30
Kortfilmprogramma met live muzikale begeleiding
di 19.11 – 20:30
Kortfilmprogramma met live muzikale begeleiding
di 26.11 – 20:30
Patric Chiha, Frankrijk, 2020, kleur, 82'
di 03.12 – 20:30
Drieluik kortfilms, Paul Haesaerts, België, 1950-1954, 21'
di 10.12 – 20:30
Victor Erice, 1992, Spanje, 138' (herneming voorjaar 2024)
‘Een Iraanse filmparel onder de sterren aan het water.’
wo 14.08 – 21:15
☀ Openluchtscreening, Ida Panahandeh, 2017, Iran, 100'
𝘌𝘦𝘯 𝘣𝘰𝘯𝘵𝘦 𝘴𝘤𝘩𝘰𝘰𝘭 𝘎𝘦𝘯𝘵𝘴𝘦 𝘧𝘪𝘭𝘮𝘷𝘦𝘳𝘵𝘰𝘯𝘦𝘳𝘴 𝘨𝘰𝘰𝘪𝘦𝘯 𝘪𝘯 𝘫𝘶𝘭𝘪 𝘦𝘯 𝘢𝘶𝘨𝘶𝘴𝘵𝘶𝘴 𝘩𝘶𝘯 𝘩𝘦𝘯𝘨𝘦𝘭𝘴 𝘶𝘪𝘵 𝘪𝘯 𝘋𝘦 𝘛𝘶𝘪𝘯 𝘷𝘢𝘯 𝘏𝘦𝘥𝘦𝘯. 𝘕𝘦𝘨𝘦𝘯 𝘸𝘰𝘦𝘯𝘴𝘥𝘢𝘨𝘦𝘯 𝘭𝘢𝘯𝘨 𝘪𝘯 𝘰𝘱𝘦𝘯𝘭𝘶𝘤𝘩𝘵 𝘣𝘪𝘫 𝘻𝘰𝘯𝘴𝘰𝘯𝘥𝘦𝘳𝘨𝘢𝘯𝘨: 𝘏𝘌𝘋𝘌𝘕 𝘊𝘐𝘕𝘌𝘔𝘈!
Bar open vanaf 20u00.
Film start bij zonsondergang rond 21u15.
do 19.09 – 18:30
☀ kortfilms van Claire Warnier & Dries Verbruggen (studio Unfold) en Alexandre Humbert
Wat is de rol van de ontwerper en hoe verandert deze in een tijd waarin ontwerpen en produceren steeds meer gedigitaliseerd worden? Deze vraag is de sleutel tot het begrijpen van het werk van ontwerpstudio Unfold (°2002, Claire Warnier & Dries Verbruggen). De studio ontwikkelt projecten die nieuwe manieren van creëren, produceren, financieren en distribueren onderzoeken in een veranderende context.
Deze vertoning in KASKcinema start om 18u30 n.a.v. iPRES 2024.
In aanwezigheid van kunstenaar Claire Warnier van ontwerpstudio Unfold.
‘I would like, if I may, to take you on a strange journey.’
di 13.02 – 20:30
G.W. Pabst, 1929, Duitsland, 133’, stille film met live pianobegeleiding
di 20.02 – 20:30
Wesley Ruggles, 1933, VSA, 87’, kleur
di 27.02 – 20:30
Patrick Conrad & Henri Storck, 1985, België, 95’, 35mm
di 05.03 – 20:30
J.C.- Averty, Agnès Varda, Frankrijk, 1971/1987, 27’+ 97’
di 12.03 – 20:30
Jim Sharman, 1975, VS, 100'
di 19.03 – 20:30
☆ eredoctor Trinh T. Minh-ha, 1989, VS, 108'
za 23.03 – 14:00
☆ eredoctor Trinh T. Minh-ha, 2022, VS, 135'
di 26.03 – 20:30
Victor Erice, 1992, Spanje, 138'
di 16.04 – 20:30
Norman Jewison, 1987, VS, 102'
ma 22.04 – 19:30
voor UGent en HoGent-studenten/alumni
di 23.04 – 20:30
Brady Corbet, 2018, VS, 116'
di 30.04 – 20:30
Jamaa Fanaka, 1976, VS, 100'
di 07.05 – 20:30
Totale duur 84', Engels ondertiteld
Nu Chantal Akermans oeuvre de wereld rond gaat, is het tijd om haar werk terug een thuismatch te geven. Met deze avond verkennen we de minder bekende hoekjes van haar werk aan de hand van twee kortfilms en een middellange film, gemaakt op diverse momenten in haar carrière.
Vier films gedraaid op 8 mm tijdens de zomer en in september 1967 gepresenteerd als ingangsexamen aan het INSAS (Institut national supérieur des arts du spectacle et des techniques de diffusion), filmschool in Brussel.
i.s.m. Foundation Chantal Akerman, Cinematek en INA.
di 14.05 – 20:30
William Wyler, 1968, VS,155'
di 21.05 – 20:30
Rosine Mbakam, 2024, België, Kameroen, 95'
di 28.05 – 20:30
Sylvain Chomet, 2003, Frankrijk, 82'
zo 30.06 – 20:30
Robert, Edgar G. Ulmer & Rochus Gliese , 1930, Duitsland, 73’, Stille Film, Engelse tussentitels
De tedere eenvoud van het narratief onderstreept enkel het engagement om de poëzie van het dagdagelijkse te vatten. Als archiefstuk heeft Menschen Am Sonntag dan enkel aan kracht gewonnen. Dat het idealisme van de film plaatsvindt op de vooravond van het Nazisme, geeft de naïeve toon bovendien een bitterzoet karakter. Muzikant Matthias Dewilde (Matterhorn Well, Nagløed) reanimeert deze filmklassieker aan de hand van een nieuwescore. Het midden houdend tussen zomerse zorgeloosheid en hedendaagse herinterpretatie leiden zijn sfeervolle synthscapes het KASKcinema-seizoen uit.
‘Don’t you think dreams and the internet are similar?
They’re both areas where the repressed conscious mind vents.’
di 26.09 – 20:30
Fritz Lang, Duitsland, 1927, zwart-wit, live pianobegeleiding, 149'
♫ Kom deze onmiskenbaar stille klassieker (her)ontdekken met de prachtig geïmproviseerde muziekpartijen van onze trouwe huispianist Tom Van der Schueren.
di 03.10 – 20:30
Michel Khleifi, Palestina, België, Frankrijk, Duitsland, 1987, 113'
di 24.10 – 20:30
Robert Altman, VS, 1977, kleur, 124'
! Engels gesproken, zonder ondertitels
di 31.10 – 20:30
Shinya Tsukamoto, Japan, 1989, 67’
19:30 KASKfoyer : drinks & snacks
20:30 KASKcinema : live muziek Steinfeld inspired by Tetsuo
20:45 Inleiding + film
di 07.11 – 20:30
Alain Resnais, Frankrijk, 1959, zwart-wit, 92'
di 14.11 – 20:30
Kortfilmprogramma, België, DRCongo, totale duur 90'
Faire-part is de zoektocht van vier filmmakers naar een manier om de stad te portretteren. Door het filmen van artistieke performances in openbare ruimtes, schetsen ze een provocatief beeld van Kinshasa en haar relaties met de rest van de wereld.
di 21.11 – 20:30
Orson Welles, VS, 1941, 35mm, zwart-wit, 119'
di 28.11 – 20:30
Paul Verhoeven, VS, 1990, 35mm, kleur, 113'
di 05.12 – 20:30
Nicholas Philibert, Frankrijk, 1990, kleur, 85'
di 12.12 – 20:30
Frederick Wiseman, VS, 2014, kleur, 182'
di 19.12 – 20:30
Satoshi Kon, Japan, 2006, kleur, 90'
“On the long road, friendship is everything.”
ma 26.06 – 20:00
Kelly Reichardt, 2008, VS, 80', kleur
di 14.02 – 20:30
E. Sedgwick & B. Keaton, VS, 1928, zwart-wit, stille film, 35mm, 69’
di 21.02 – 20:30
Joe Dante, VS, 1993, kleur, 35mm, 99'
wo 22.02 – 20:30
Nicole & Félix Le Garrec, Frankrijk, 1980, 112'
di 28.02 – 20:30
André Delvaux, België, 1965, zwart-wit, 94’
zo 05.03 – 14:00
Vittorio De Sica, Italië, 1946, 93'
Gerestaureerd in 4K in 2022 door The Film Foundation en Cineteca di Bologna, gefincancierd door de Hobson/Lucas Family Foundation.
di 07.03 – 20:30
Zeinabu irene Davies, VS, 1999, zwart-wit, 95'
di 14.03 – 20:30
Jean-Luc Godard, Frankrijk, 1962, zwart-wit, 35mm, 85’
ma 20.03 – 19:30
voor UGent en HoGent-studenten/alumni
di 21.03 – 20:30
Cinematek@-vertoning op 35mm, Engels, Frans, Duits en Perzisch gesproken, NL ondertiteld,V. Paronnaud & M. Satrapi, VS/Frankrijk, 2007, zwart-wit, 96'
Hoewel er 44 jaar verstreken is sinds de start van de Iraanse revolutie en 16 jaar sinds het uitbrengen van deze film, lijkt het verhaal uit Persepolis haast geplukt te zijn uit het Iran van 2023, waar het repressief en dodelijk beleid van het Iraanse regime tegenover vrouwen, de LGBTQ+ gemeenschap en politieke dissidenten nog steeds aanhoudt. Moedige Iraniërs komen sinds de moord op de Iraans-Koerdische jonge vrouw Mahsa / Jina Amini door de zedenpolitie non-stop op straat en ook in België voeren leden uit de Iraanse diasporagemeenschap al maandenlang protesten tegen de tirannie in hun thuisland. Film en politiek verzet gaan hand in hand en daarom zal deze vertoning in samenwerking zijn met het Iraanse collectief Womenlifefreedom Gent.
De 35mm-kopie wordt verleend via Cinematek – Koninklijk Belgisch Filmarchief en kadert in een ‘Cinematek @’-vertoning.
✿ In de KASKfoyer kan je vanaf 19:30 terecht voor een gezellig samen zijn. We serveren bij een traditionele haft sin tafel thee, gebakjes en fijne muziek om de Nowruz-viering vrolijk in te zetten.
Na de film vanaf 22:00 kan men in de KASKtuin ook aansluiten voor een verderzetting van het feest.
di 28.03 – 20:30
Esfir Shub, Sovjet-Unie, 1927, zwart-wit, stille film, 90', Engelse ondertitels
Seitan Sardine zijn Yamen Martini (trompet), Maxim Pierins (drum) en Haroun Minhas (gitaar). Drie eigenwijze muzikanten, elk een verschillende muzikale achtergrond, die zoeken naar hun ‘middle ground’ tijdens De Val van de Romanov Dynastie. Seitan Sardine brengt een combinatie van experimentele soundscapes en vrije improvisatie met een knipoogje naar jazz.
di 18.04 – 20:30
Mikhail Kaufman, Sovjet-Unie, 1929, zwart-wit, stille film, 67'
di 25.04 – 20:30
Reeks kortfilms, o.a. 16mm, totale duur 98'
di 02.05 – 20:30
Reeks kortfilms, totaalduur 78'
di 09.05 – 20:30
Randa Haines, VS, 1986, kleur, 35mm, 119'
di 16.05 – 20:30
Martin Von Krogh, Zweden, kleur, 2020, 79’
di 23.05 – 20:30
Hou Hsiao-hsien, Taiwan, 1983, kleur, 98'
di 27.09 – 20:30
Charles Burnett, Verenigde Staten, 1990, kleur, 102'
di 04.10 – 20:30
Dorothy Arzner, Verenigde Staten, 1940, zwart-wit, 90'
di 25.10 – 20:30
Dziga Vertov, Sovjet-Unie, zwart-wit, 1931, 67'
di 01.11 – 20:30
Jacques Demy, Frankrijk, kleur, 1970, 90'
di 08.11 – 20:30
Federico Fellini, Italië, kleur, 1965, 145'
di 15.11 – 20:30
Ernst Lubitsch, VS, 1940, zwart-wit, 99'
di 22.11 – 20:30
Bent Hamer, Noorwegen/Zweden, 2003, kleur, 95'
di 29.11 – 20:30
Frank Tashlin, VS, 1955, kleur, 109'
di 06.12 – 20:30
A Funny Thing Happened On My Way To Golgotha (1967) + S.O.S. Fonske (1968) + De Dood van een Sandwichman (1972), België, totale duur 59'
di 13.12 – 20:30
♬ reeks stille kortfilms van Belgische cineasten, totale duur 75'
di 20.12 – 20:30
Caroline Martel, Canada, 2006, kleur/zwart-wit, 66'
wo 20.07 – 22:00
F.F. Coppola, Verenigde Staten, 1974, kleur, 113'
di 01.02 – 20:30
F.W. Murnau, Verenigde Staten, 1927, zwart-wit, 94'
“This song of the Man and his Wife is of no place and every place; you might hear it anywhere, at any time.”
di 15.02 – 20:30
Stanley Kubrick, Verenigde Staten, 1957, zwart-wit, 88'
di 22.02 – 20:30
Agnès Varda, Frankrijk, 1962, zwart-wit, 90'
di 01.03 – 20:30
Mike Leigh, Verenigd Koninkrijk-Frankrijk, 1996, kleur, 142'
di 08.03 – 20:30
Jean-Pierre en Luc Dardenne, België-Frankrijk, 1999, kleur, 95'
di 15.03 – 20:30
Julie Dash, 1991, Verenigde Staten, kleur, 112'
di 22.03 – 20:30
Bas Devos, 2014, België, kleur, 85'
di 29.03 – 20:30
Ana Torfs, België, 1998, zwart-wit, 86'
di 19.04 – 20:30
Fien Troch, België, 2013, kleur, 92'
di 26.04 – 20:30
Robbrecht Desmet, België, 2021, kleur, 69'
di 03.05 – 20:30
Rosine Mbakam, België, 2021, kleur, 91'
di 10.05 – 20:30
Ousmane Sembène, Senegal-Frankrijk, 1966, zwart-wit, 59'
di 17.05 – 20:30
Vincent Meessen, België-Frankrijk, 2020, kleur, 110'
di 24.05 – 20:30
Louis Malle, Frankrijk, 1958, zwart-wit, 91'
De programmatie van onderzoeksgroep CIMS is dit najaar zoals het in coronatijden hoort: onorthodox, maar daarom niet minder boeiend. Drie films worden nu eindelijk, na herhaaldelijk COVID-19-uitstel, vertoond. Daarnaast vieren we het post-coronatijdperk met drie kersverse toevoegingen. Openen doen we met Alyam Alyam (1978, Ahmed El Maanouni), een klassieker uit de Marokkaanse cinema die traditie, ambitie en hoop ingetogen laat clashen, te midden van een indrukwekkende plattelandssetting. In Lili Marleen (1981) put Rainer Werner Fassbinder dan weer gretig uit de vormconventies van de weinig subtiele nazi-melodrama’s om een verboden liefde in nazi-Duitsland te verbeelden, een ironie die het publiek bij verschijnen grotendeels ontging. De derde COVID-19-resurrectie is er in de vorm van The Event (2015, Sergei Loznitsa), een gelaagde zwart-witdocu over het complexe kruitvat van de Russische Augustusstaatsgreep in 1991, waar de coup van een groep radicale KGB’ers ongewild de uiteindelijke ondergang van hun geliefde Sovjet-Unie inluidt. In de drie nieuwe toevoegingen aan het programma duiken we na anderhalf jaar soberheid head-first in de overdaad en de lichamelijkheid, met een voorkeur voor het subversieve. Uitgangspunt is het concept van het “carnavaleske” van de Russische filosoof en literatuurwetenschapper Mikhail Bakhtin. Carnavalesk zijn volgens Bakhtin die momenten en praktijken waarbij de maatschappij door middel van bepaalde communicatievormen op zijn kop wordt gezet. Kenmerkend zijn daarbij inversie, buitensporigheid en een fascinatie voor het profane en obscene. Sergei Eisensteins iconische Bronenosets Potemkin (1926) verbeeldt net als The Event een opstand uit de 20ste-eeuwse Russische geschiedenis, maar doet dit op heel andere wijze. Op het slagschip Potemkin slaat de bemanning aan het muiten tegen de officieren –een standaardgeval van sociale inversie. Eisenstein verbeeldt de muiterij met een vooruitstrevende, experimentele montage die in zijn overweldiging ongegeneerd mikt op de emoties en verbazing van het publiek. De sociale arena van Tod Brownings Freaks (1932) is dan weer het circus, een plek waar het lichamelijke en de overdaad traditioneel hoogtij vieren. Browning belicht het wedervaren van de circusartiesten met meer nuance en menselijkheid dan de titel en het productiejaar doen vermoeden. Tegelijk biedt Freaks de 21ste-eeuwse kritische blik stof tot nadenken. In het post-apocalyptische Tank Girl (1995) ten slotte bindt het gelijknamige hoofdpersonage de strijd aan met de omineuze Water & Power Company om ’s werelds laatste waterbron te vrijwaren. Rachel Talalays comicverfilming combineert de feministische en ecologische overdaad van Mad Max: Fury Road met een door Courtney Love gecureerde soundtrack en ongegeneerde nineties van-de-pot-geruktheid. Kortom, een cinematografische explosie van rebellerende wanorde die ons toelaat om te eindigen met een bombastische climax. Met deze programmatie trachten we bij Film-Plateau dat wat niet kan of mag zijn kortstondig te laten zegevieren. Zo willen we het pad effenen voor uw geestesoog om te gaan waar het buiten de cinemamuren niet komen mag. Het carnaval, festijn van de chaos.
In het najaar van 2021 brengt Filmplateau een programma rond film en architectuur, aansluitend bij het “Onderzoekseminarie moderne en actuele kunst” in de masteropleiding Kunstwetenschappen, dat dit academiejaar focust op artistieke visualiseringen van modernistische architectuur.
ma 27.09 – 20:30
Ahmed El Maanouni, Marokko, 1978, kleur, 87’, DCP
MET Ben Brahim
De jonge landbouwer Abdelwahad (Ben Brahim) wordt na de dood van zijn vader het gezinshoofd. Ontmoedigd door het harde plattelandsleven en het onvermogen om het gezin te onderhouden, wil Abdelwahad de wijde wereld intrekken en onderneemt hij stappen om naar Frankrijk te emigreren. Zijn moeder, een sterke en op tradities gestelde vrouw, probeert hem daarvan te weerhouden. Ondanks deze adviezen en andere hindernissen trekt Abdelwahad er toch op uit. Als eerste Marokkaanse film die geselecteerd werd voor het Filmfestival van Cannes, groeide Alyam Alyam tot een filmklassieker en een ingetogen parel uit Afrikaanse plattelandsfilm. Deze film werd gerestaureerd door de Cineteca di Bologna/L’Immagine Ritrovata, in samenwerking met Ahmed El Maanouni als een project van The Film Foundation’s World Cinema Project. (LC)
Deze film wordt ingeleid door Alexander De Man en Salma Mediavilla Aboulaoula.
di 28.09 – 20:30
Gustav Deutsch, Oostenrijk, 2013, kleur, 92’, DCP
Als hulde aan de recent overleden cineast Gustav Deutsch, herneemt Film-Plateau één van zijn latere werken. In Shirley: Visions of Reality (2013) wordt dertig jaar Amerikaanse geschiedenis verteld via tableaux waarin de vrouw Shirley de hoofdrol speelt. De episodes worden gebald in reanimaties van schilderijen van Edward Hopper. Deze ode aan de Amerikaanse modernist wiens oeuvre hoogst filmisch oogde en heel wat cineasten inspireerde, benadrukt het onlosmakelijke verbond tussen de audiovisuele en beeldende kunsten. Het bijzondere licht, de geabstraheerde figuurschetsen en uitgesproken kleuren worden indrukwekkend vertaald naar een bewegende beeldcompositie. Gustav Deutsch verraste met deze strak gecomponeerde film na een uitgebreide carrière uitgebouwd te hebben als found footage filmmaker. De eigenheden van het medium film staan meestal centraal in zijn knappe experimentele cinema gebaseerd op documentair materiaal zoals de serie Film Ist. (1998-2002) en Welt Spiegel Kino (2005). De muziek in Shirley is van Christian Fennesz. (SV)
di 05.10 – 20:30
Chantal Akerman, België-Frankrijk, 1976, kleur, 90’, DCP
In een opeenvolging van gestileerde long takes toont Chantal Akerman diverse locaties van New York, waar ze begin jaren zeventig woonde. De voice-over, ingesproken door Akerman, reciteert de brieven die haar moeder haar zond tijdens haar verblijf daar. De tekst schets een intieme portret van de moeder-dochterrelatie, met emotionele overpeinzingen en beschouwingen van kleine alledaagse en familiale gebeurtenissen. Daartegenover staan monotone beelden van Manhattan, met metrostellen en pendelaars, alsook bevreemdende, verlaten straten. Akermans avant-garde documentaire is een tijdsdocument van deze stad en tevens een persoonlijke beschouwing over stedelijke vervreemding en ontheemding. (LC)
Deze film wordt ingeleid door Joséphine Vandekerckhove.
di 26.10 – 20:30
Rainer Werner Fassbinder, Duitsland, 1981, kleur, 120’, 35mm
MET Hanna Schygulla en Giancarlo Giannini
Lili Marleen staat niet enkel bekend als het gevierde lied uit 1939, maar ook als een melodrama zoals enkel R. W. Fassbinder ze kon maken. Deze adaptatie van een semi-autobiografische roman van Lale Andersen – die als Duitse singer-songwriter bekend werd met het bewuste lied – gaat over de verboden liefde tussen de Duitse cabaret-zangeres Willie (Hanna Schygulla) en de Zwitsers-joodse componist Robert (Giancarlo Giannini). Een niet onbelangrijk detail is dat deze romance zich afspeelt tijdens de Tweede Wereldoorlog, met als klap op de vuurpijl dat Willie’s werk warm wordt onthaald in nazikringen, terwijl Robert een actief lid is van een verzetsgroep. Meer nog kan Lili Marleen worden gezien als een postmodern meesterstuk dat sterk voor was op zijn tijd. Zo is de gekozen esthetiek overduidelijk gebaseerd op de stijl van de vele nazi-melodrama’s uit de oorlogsperiode, maar wordt deze dermate in de verf gezet dat de onderliggende, vaak verhulde zedenles naar het oppervlak wordt getild. Deze op ironie gebaseerde deconstructie van de nazimoraal werd bij het uitkomen van de film echter niet echt begrepen, noch gesmaakt. (EC)
Deze film wordt ingeleid door Ben De Smet.
di 02.11 – 20:30
Charles Dekeukeleire, België, 1937, zwart-wit, 77’, DCP
Charles Dekeukeleire liet zich in de jaren twintig en dertig van vorige eeuw beïnvloeden door de Europese experimentele cinema en de montagetechnieken van Eisenstein. Dit leverde inventieve films op als Impatience (1928), waarmee hij zich inschreef in een avant-gardistische traditie. In 1937 nam hij de verfilming voor zijn rekening van een toneelstuk van Herman Teirlinck, ‘De vertraagde film’. Hij koos voor niet-professionele acteurs en bracht met de opnames van de film het Vlaamse platteland onder de aandacht. Waar Teirlinck de conventies van tijd wilde verstoren, koos Dekeukeleire consequent voor dialectische montage, dubbeldrukken, slowmotion en allerlei ongeziene camerastandpunten. De film gaat over een zwerver met bovennatuurlijke gaven. Door middel van zijn ‘kwade oog’ terroriseert hij een dorpsgemeenschap. Flashbacks brengen aan het licht dat de zwerver een wreed passioneel drama heeft overleefd en eeuwig op zoek is naar verlossing. (SV)
ma 08.11 – 20:30
Sergei Eisenstein, Sovjet-Unie, 1925, zwart-wit, 67’, 35mm
In de oerklassieker Bronenosets Potemkin (1925) verbeeldt Sergei Eisenstein de matrozenopstand op het gelijknamige oorlogsschip tijdens de Eerste Russische Revolutie in 1905. Wanneer enkele matrozen weigeren het bedorven voedsel te eten dat ze krijgen voorgeschoteld, antwoordt de legerleiding met ijzeren hand. Hevige gevechten breken uit en de muiterij geeft aanleiding tot een grootschalige opstand aan het vasteland. In het gewelddadige kluwen van de Potemkinmuiterij vindt Eisenstein geschikt materiaal om zijn montagetheorieën te vertalen naar de filmpraktijk. Door middel van een resem innovatieve, experimentele technieken mikt Eisenstein doeltreffend op de empathie en betrokkenheid van het publiek, met de trappenscène als legendarische uitschieter. Ondanks zijn expliciet Russisch-propagandistische motieven groeit de film ook buiten de Russische grenzen uit tot een hit, vaak tot ongenoegen van de plaatselijke overheden. Bronenosets Potemkin is dan ook veel meer dan een politiek geïnspireerde herdenking van de revolutionaire wortels van Communistisch Rusland. Het is een icoon van de Sovjetcinema, een pionier op het gebied van filmmontage en een inspiratiebron voor generaties van vermaarde regisseurs. (BDS)
Met live improvisatie door Bart Maris en de studenten van het conservatorium.
di 09.11 – 20:30
Harold Lloyd, Fred Newmeyer en Sam Taylor, Verenigde Staten van Amerika, 1923, zwart-wit, 103’, 35mm
MET Harold Lloyd
Het beeld van Harold Lloyd die bengelt aan een klok aan de gevel van een wolkenkrabber, hoog boven de straten van Los Angeles, is wellicht een van de beroemdste iconen van de Amerikaanse stille slapstick comedy, een vorm van humor gebaseerd op pure actie en fysieke beweging. De confrontatie met de stedelijke moderniteit en de architectuur van de grootstad is een terugkerend motief in de slapstick cinema van de jaren 1910 en 1920 maar wordt hier letterlijk gevisualiseerd met behulp van uitgekiende camerastandpunten en Lloyds indrukwekkende stuntwerk. Een architecture of attractions! (SJ)
Met live pianobegeleiding door Hilde Nash.
Deze film wordt ingeleid door Hilde D’Haeyere.
ma 15.11 – 20:30
Tod Browning, Verenigde Staten van Amerika, 1932, zwart-wit, 64’, 35mm
MET Wallace Ford, Leila Hyams, Olga Baclanova en Roscoe Ates
Gebaseerd op een kortverhaal van Tod Robbins, vertelt Freaks het verhaal van een rondtrekkend circus waarbij zogenaamde ‘freaks’ onder de knoet worden gehouden door hun collega’s die wél onder de noemer van ‘normale mens’ vallen. Wanneer blijkt dat Cleopatra enkel en alleen wil trouwen met Hans omwille van zijn erfenis (en er tegelijkertijd een affaire met Hercules op nahoudt), beslissen de ‘freaks’ om Cleopatra te laten ervaren wat het is om als ‘freak’ te worden bestempeld. Waar vele regisseurs vandaag op provocatieve wijze de grenzen van censuur uitdagen door in te zetten op het zogezegd abjecte, pakt Todd Browning het terecht anders aan: wat op het eerste gezicht een horrorfilm lijkt te zijn, is eigenlijk een diepmenselijk drama waarbij de regisseur aantoont dat achter de anders gevormde façade iets prachtigs schuilgaat. Hoewel de film destijds flopte aan de box office, is Browning erin geslaagd om Freaks als cultklassieker in de annalen van de filmgeschiedenis te schrijven. (EC)
di 16.11 – 20:30
Michelangelo Antonioni, Italië en Frankrijk, 1961, zwart-wit, 121’, 35mm
MET Jeanne Moreau, Marcello Mastroianni en Monica Vitti
Samen met L’Avventura (1960) en L’Eclisse (1962) vormt La Notte de modernistische trilogie van Antonioni over eenzaamheid, vervreemding en ennui in de moderne grootstad. De indrukwekkende openingsgeneriek zet meteen de toon: een camera daalt met de bouwlift van de door Gio Ponti en Pier Luigi Nervi ontworpen Pirelli-toren naar beneden, terwijl het stadslandschap van Milaan in de gladde glasvlakken wordt weerspiegeld. Antonioni zet als een schaakmeester zijn personages neer in de nieuwe modernistische ruimten in het centrum en de periferie van Milaan. (SJ)
di 23.11 – 20:30
Rachel Talalay, Verenigde Staten van Amerika, 1995, kleur, 104’, 35mm
MET Lori Petty
Een geconsolideerd, patriarchaal normenkader ontwricht je best door er op groteske wijze met een feministische tank overheen te walsen. Dat is dan ook wat Rachel Talalay Lori Petty triomfantelijk laat doen in haar balsturige verfilming van de post-apocalyptische comic books van Tank Girl, oorspronkelijk geschreven door Jamie Hewlett en Alan Martin. Het stoeierige Tank Girl maakt in kleurrijke tinten gewag van de dappere antiheld Tank Girl (Lori Petty), die samen met Jet Girl (Naomi Watts) de strijd aanbindt met de omineuze Water & Power Company om ’s werelds laatste waterbron te vrijwaren. Passend muzikaal palet werd samengesteld door Courtney Love terwijl Catherine Hardwicke het productiedesign voor haar rekening nam. Zodoende schept de film een carnavaleske ruimte waarin de draak wordt gestoken met al wat dominant en gevestigd is. De productie liep echter niet van een leien dakje en vooral tijdens de montage gingen de (uitsluitend mannelijke) producenten stevig met het mes door de scènes waarin dildo’s, castraties of penetraties te zien waren. Resultaat is en blijft echter een notoire cultklassieker. Een vreemde eend in de bijt van het superheldengenre. Een onontbeerlijke film. (ADM)
di 30.11 – 20:30
The Black Tower (John Smith, 1987, 26’) + La Tour (René Clair, 1929, 14’) + De Maasbruggen (Paul Schuitema, 1938, 13’)
De Eiffeltoren, het icoon van de stedelijke moderniteit bij uitstek, inspireerde tal van dichters, schilders, fotografen en cineasten. In 1929 celebreerde de Franse cineast René Clair het beroemde monument met La Tour, waarin de nieuwe ruimtelijke principes van dynamische interacties en transparantie aan de hand van het medium film worden geëxpliciteerd. Diezelfde voorkeur voor de dynamiek van het grootstedelijke spektakel vinden we in De Maasbruggen van grafisch ontwerper Paul Schuitema, die eveneens de nieuwe architectuur van staal als een kijkmachine op de stad presenteert. In The Black Tower (1987) wisselt John Smith shots van een zwart gebouw af met zwarte frames. Met behulp van een voice-over, uitgekiende camerastandpunten en ingenieuze montage wordt een spannend verhaal geconstrueerd waarbij de protagonist steeds achtervolgd wordt door een mysterieuze, zwarte toren. (SJ)
Deze film wordt ingeleid door Steven Jacobs.
di 14.12 – 20:30
Sergey Loznitsa, Nederland en België, 2015, zwart-wit, 74’, DCP
In de documentaire The Event belicht de Oekraïense regisseur Sergey Loznitsa de Augustusstaatsgreep in 1991. Uit onvrede met Gorbatsjovs gematigde politiek en groeiende toenadering tot het westen besluiten enkele hooggeplaatste KGB’ers om Gorbatsjov in het nauw te drijven en tot aftreden te dwingen. Onder aanvoering van Jeltsin komt een tegenbeweging op gang die kan rekenen op de spontane steun van een massa burgers en, niet onbelangrijk, de legerleiding. De putsch die de communistische USSR moest redden wordt zo neergeslagen en leidt uiteindelijk ironisch genoeg tot haar val, met Jeltsin als eerste president van post-Sovjet-Rusland. Loznitsa’s documentaires, alsook zijn fictiefilms zoals onder andere The Joy (2010) en A Gentle Creature (2017), worden gekenmerkt door maatschappelijke relevantie en een scherpe filering van Ruslands socio-politieke klimaat. In de Augustusstaatsgreep vindt hij een complexe historische gebeurtenis, vol politieke paradoxen, die niet eenvoudig te herleiden is tot goeden vs. slechten of winnaars vs. verliezers. De mislukte coup betekende het onherroepelijke einde van een sociale utopie voor de een, het begin van de Russische democratie voor de ander. Uitsluitend steunend op originele zwart-witbeelden verkent Loznitsa die ambiguïteit met scherpte en diepgang, zonder in simplistische verklaringen te vervallen. (LS)
di 21.12 – 20:30
Preston Sturges, Verenigde Staten van Amerika, 1944, zwart-wit, 108’, DCP
MET Betty Hutton, Eddy Bracken en William Demarest
Om het jaar feestelijk af te sluiten brengt film-plateau u The Miracle of Morgan’s Creek, een knotsgekke eindejaarskomedie van Preston Sturges die met zijn uiterst gevatte dialogen de Screwball comedy naar een ongekend niveau tilde. In een klein drop uit het Midden-Westen genaamd Morgan’s Creek beleeft Trudy Kockenlocker (Betty Hutton) zonder het medeweten van haar vader, de politiebaas van het dorp (William Demarest), een wilde nacht op het afscheidsfeest van een groep jonge soldaten. De volgende ochtend ontwaakt Trudy in een waas en langzamerhand herinnert ze zich de tumultueuze nacht waarin ze een soldaat huwde wiens naam ze vergeten is. Behalve dan dat er een “z” in voorkwam… Was het “Ratzkywatzky” … of eerder “Zitzkywitzky”? Opgenomen in 1942 kende de film een uitgestelde release in 1944. De censoren van de Hays Code werden uiteindelijk omzeild nadat Sturges de film portretteerde als een moraliserende fabel met als intentie te tonen wat er kan gebeuren als een jonge vrouw de adviezen van haar ouders in de wind slaat. U weze gewaarschuwd… Happy holidays! (LC)
do 01.07 – 22:30
Med Hondo, Mauritanië en Frankrijk, 1970, zwart-wit, 102'
Soleil Ô biedt het relaas van een zwarte immigrant die naar Parijs trekt, op zoek naar “zijn Gallische voorouders.” In deze sleutelfilm van de Afrikaanse new wave gaat de Mauritaanse cineast Med Hondo de confrontatie aan met de erfenis van het kolonialisme, de Afrikaanse diaspora en de politieke ontvoogding van het continent. Met een mix aan stijlen — animatie, cinema vérité en elementen uit de Franse nouvelle vague — laat Hondo taal, symboliek, beeld en ritueel voortdurend van betekenis wisselen. Film brengt voor hem nieuwe manieren om identiteit te (her)ontdekken en uit te dragen; die ambitie weet hij in Soleil Ô te vertalen in uitdagende en intrigerende cinema.
Gerestaureerd door Cineteca di Bologna in het L’Immagine Ritrovata laboratory, in samenwerking met Med Hondo.
Dit najaar programmeren de kunstwetenschappers onder meer een drietal films, die nauw zijn verbonden met de avant-garde en de beeldende kunsten. Deze vertoningen sluiten dan ook inhoudelijk aan bij de cursus “Avant-garde-film en video” die Steven Jacobs in de bachelor-opleiding kunstwetenschappen doceert. Het kwade oog (1937) vormt één van de laatste experimentele speelfilms van Charles Dekeukeleire, die met zijn werk uit de late jaren 1920 en vroege jaren 1930 nauw aansloot bij de Franse cinéma pur en het surrealisme. News from Home (1977) vormt de apotheose van Chantal Akermans toenadering tot de Amerikaanse experimentele film en in het bijzonder de Structural Film. In Shirley: Visions of Reality (2013) tracht de Oostenrijkse experimentele filmmaker en kunstenaar Gustav Deutsch de schilderijen van de Amerikaanse kunstenaar Edward Hopper in film om te zetten.
België heeft de reputatie een liberale vrijhaven te zijn, een land zonder enige vorm van censuur, een van de weinige landen waar censuur zelf verboden is. Dit gold ook voor films en cinema. Een blik achter deze liberale façade leert dat vrijheid het devies was, controle en censuur de regel. Naar aanleiding van Daniël Biltereysts boek over de verborgen geschiedenis van filmcensuur in België, dat eind 2020 verschijnt, openen we een reeks van verboden films, waaronder Charlie Chaplins Shoulder Arms (1918).
di 06.10 – 21:30
Behind the Screen (Charles Chaplin, VSA, 1916, zwart-wit, 23’) + The Adventurer (Charles Chaplin, VSA, 1917, zwart-wit, 31’) + Shoulder Arms (Charles Chaplin, VSA, 1918, zwart-wit, 46’)
MET Charles Chaplin en Edna Purviance
Na de Eerste Wereldoorlog overrompelde de Amerikaanse cinema onze filmzalen. Daarbij zaten ook deze drie films van en met Charlie Chaplin. Cinefielen genoten niet alleen van zijn halsbrekende capriolen en verfijnde humor. Ze herkenden zich ook in Chaplins persona van de kleine man die het onrecht van de wereld torst. Dit drieluik rond Chaplin en de schitterende Edna Purviance start met een blik achter de schermen van de cinema, meer bepaald een filmstudio waar men slapsticks in elkaar flanst. In Behind the Screen speelt Chaplin de rol van David, het studiohulpje van Goliath (Eric Campbell). Alles wat David aanraakt loopt verkeerd, behalve wanneer hij de in man verklede Purviance kust. In The Adventurer is Chaplin een voortvluchtige gevangene, die als bij toeval Purviance en haar rijke ouders uit het water (en zo ook zijn hachje) redt. In Shoulder Arms is Chaplin een soldaat aan het front, die erin slaagt de Duitse keizer gevangen te nemen en zo een held wordt… tot hij uit zijn droom wordt gewekt. Deze gewaagde satire op de Grote Oorlog werd Chaplins grootste succes tot dan toe, maar kreeg af te rekenen met censuur, uiteraard vooral in Duitsland. (DB)
Met live pianobegeleiding door Tom Van der Schueren
di 03.11 – 21:30
Charles Dekeukeleire, België, 1937, zwart-wit, 77’
Charles Dekeukeleire liet zich in de jaren twintig en dertig van vorige eeuw beïnvloeden door de Europese experimentele cinema en de montagetechnieken van Eisenstein. Dit leverde inventieve films op als Impatience (1928), waarmee hij zich inschreef in een avant-gardistische traditie. In 1937 nam hij de verfilming voor zijn rekening van een toneelstuk van Herman Teirlinck, ‘De vertraagde film’. Hij koos voor niet-professionele acteurs en bracht met de opnames van de film het Vlaamse platteland onder de aandacht. Waar Teirlinck de conventies van tijd wilde verstoren, koos Dekeukeleire consequent voor dialectische montage, dubbeldrukken, slowmotion en allerlei ongeziene camerastandpunten. De film gaat over een zwerver met bovennatuurlijke gaven. Door middel van zijn ‘kwade oog’ terroriseert hij een dorpsgemeenschap. Flashbacks brengen aan het licht dat de zwerver een wreed passioneel drama heeft overleefd en eeuwig op zoek is naar verlossing. (SV)
di 10.11 – 21:30
Ahmed El Maanouni, Marokko, 1978, kleur, 87’
MET Ben Brahim
De jonge landbouwer Abdelwahad (Ben Brahim) wordt na de dood van zijn vader het gezinshoofd. Ontmoedigd door het harde plattelandsleven en het onvermogen om het gezin te onderhouden, wil Abdelwahad de wijde wereld intrekken en onderneemt hij stappen om naar Frankrijk te emigreren. Zijn moeder, een sterke en op tradities gestelde vrouw, probeert hem daarvan te weerhouden. Ondanks deze adviezen en andere hindernissen trekt Abdelwahad er toch op uit. Als eerste Marokkaanse film die geselecteerd werd voor het Filmfestival van Cannes, groeide Alyam Alyam tot een filmklassieker en een ingetogen parel uit Afrikaanse plattelandsfilm. Deze film werd gerestaureerd door de Cineteca di Bologna/L’Immagine Ritrovata, in samenwerking met Ahmed El Maanouni als een project van The Film Foundation’s World Cinema Project. (LC)
di 17.11 – 21:30
Chantal Akerman, België-Frankrijk, 1976, kleur, 90’
In een opeenvolging van gestileerde long takes toont Chantal Akerman diverse locaties van New York, waar ze begin jaren zeventig woonde. De voice-over, ingesproken door Akerman, reciteert de brieven die haar moeder haar zond tijdens haar verblijf daar. De tekst schets een intieme portret van de moeder-dochterrelatie, met emotionele overpeinzingen en beschouwingen van kleine alledaagse en familiale gebeurtenissen. Daartegenover staan monotone beelden van Manhattan, met metrostellen en pendelaars, alsook bevreemdende, verlaten straten. Akermans avant-garde documentaire is een tijdsdocument van deze stad en tevens een persoonlijke beschouwing over stedelijke vervreemding en ontheemding. (LC)
Deze film wordt ingeleid door Joséphine Vandekerckhove.
di 24.11 – 21:30
Sergey Loznitsa, Nederland en België, 2015, zwart-wit, 74’
In de documentaire The Event belicht de Oekraïense regisseur Sergey Loznitsa de Augustusstaatsgreep in 1991. Uit onvrede met Gorbatsjovs gematigde politiek en groeiende toenadering tot het westen besluiten enkele hooggeplaatste KGB’ers om Gorbatsjov in het nauw te drijven en tot aftreden te dwingen. Onder aanvoering van Jeltsin komt een tegenbeweging op gang die kan rekenen op de spontane steun van een massa burgers en, niet onbelangrijk, de legerleiding. De putsch die de communistische USSR moest redden wordt zo neergeslagen en leidt uiteindelijk ironisch genoeg tot haar val, met Jeltsin als eerste president van post-Sovjet-Rusland. Loznitsa’s documentaires, alsook zijn fictiefilms zoals onder andere The Joy (2010) en A Gentle Creature (2017), worden gekenmerkt door maatschappelijke relevantie en een scherpe filering van Ruslands socio-politieke klimaat. In de Augustusstaatsgreep vindt hij een complexe historische gebeurtenis, vol politieke paradoxen, die niet eenvoudig te herleiden is tot goeden vs. slechten of winnaars vs. verliezers. De mislukte coup betekende het onherroepelijke einde van een sociale utopie voor de een, het begin van de Russische democratie voor de ander. Uitsluitend steunend op originele zwart-witbeelden verkent Loznitsa die ambiguïteit met scherpte en diepgang, zonder in simplistische verklaringen te vervallen. (LS)
di 08.12 – 21:30
Gustav Deutsch, Oostenrijk, 2013, kleur, 92’
Als hulde aan de recent overleden cineast Gustav Deutsch, herneemt Film-Plateau één van zijn latere werken. In Shirley: Visions of Reality (2013) wordt dertig jaar Amerikaanse geschiedenis verteld via tableaux waarin de vrouw Shirley de hoofdrol speelt. De episodes worden gebald in reanimaties van schilderijen van Edward Hopper. Deze ode aan de Amerikaanse modernist wiens oeuvre hoogst filmisch oogde en heel wat cineasten inspireerde, benadrukt het onlosmakelijke verbond tussen de audiovisuele en beeldende kunsten. Het bijzondere licht, de geabstraheerde figuurschetsen en uitgesproken kleuren worden indrukwekkend vertaald naar een bewegende beeldcompositie. Gustav Deutsch verraste met deze strak gecomponeerde film na een uitgebreide carrière uitgebouwd te hebben als found footage filmmaker. De eigenheden van het medium film staan meestal centraal in zijn knappe experimentele cinema gebaseerd op documentair materiaal zoals de serie Film Ist. (1998-2002) en Welt Spiegel Kino (2005). De muziek in Shirley is van Christian Fennesz. (SV)
Deze film wordt ingeleid door Joséphine Vandekerckhove.
Dit voorjaar pakt Film-Plateau opnieuw uit met een reeks vertoningen die de inherente band tussen film en de beeldende kunsten illustreren. Twee programma’s van documentaire kortfilms sluiten aan bij tentoonstellingen die momenteel te Gent lopen. Zo wordt er werk vertoond van de Nederlandse filmmakers Jan Vrijman en Johan van der Keuken, die op spectaculaire wijze kunstenaars in beeld hebben gebracht van de Cobra-beweging (1948-51) waarover tot 15 februari een expositie loopt in Vandenhove, de Universitaire kunstruimte naast de Boekentoren. Daarnaast wordt er ter gelegenheid van de groots opgezette Jan van Eyck-tentoonstelling in het aandacht geschonken aan Belgische cineasten als André Cauvin en André Delvaux, die het werk van van Eyck en andere Vlaamse Primitieven met de filmcamera hebben geëxploreerd. Het Belgische cultuurpatrimonium staat ook centraal in Het Leven eener groote abdij, die Carlo Queeckers in 1930 draaide nadat een grote brand de norbertijnenabdij in Tongerlo voor een groot stuk had verwoest. Deze lange tijd verloren gewaande film, dook pas onlangs op uit de vergetelheid. Voorts omvat dit programma Jean-Luc Godards Bande à part (1964), een meesterwerk uit de nouvelle vague met een sleutelscène die in het Louvre werd gedraaid – die scène, die onder meer door Bernardo Bertolucci en Agnès Varda werd geïmiteerd, is zonder twijfel de meest beruchte filmische exploratie die ooit van een museum werd gedraaid. Daarnaast omvat het programma een vertoning van Riddles of the Sphinx (Laura Mulvey en Peter Wollen, 1977) in het bijzijn van Mulvey. Deze mijlpaal in de geschiedenis van de feministische cinema combineert een exploratie van het huiselijke leven en het moederschap met bedenkingen over de cultuurhistorische evocaties van de Oedipus-mythe. Tot slot omvat het programma een unieke integrale vertoning van Bordeaux Piece (2004), de meer dan 13-uur lange film die kunstenaar David Claerbout in een villa van Rem Koolhaas nabij de zuid-Franse stad draaide.
Vaak lang nadat de strijd is beslecht, blijven conflicten nazinderen in de herinneringen van de betrokken partijen. Oorlog en conflict slaan diepe wonden en kunnen het collectief geheugen van een samenleving blijvend tekenen. Welke conflicten worden herinnerd, maar ook hoe deze precies worden herinnerd, alsook welke lessen eruit worden getrokken, vormen fel omstreden vraagstukken. Film geldt als een van de belangrijke media in de onderhandeling van wat en hoe er collectief wordt herinnerd. Daarom programmeert CIMS (Centre for Cinema and Media Studies) een reeks films die traumatische (oorlogs)verledens in de ogen kijkt. Seizoensopener is Fellini’s E la nave va (1983), een tragikomische reflectie op de maatschappelijke angsten aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Met Germania anno zero (1948) springen we naar de nadagen van de Tweede Wereldoorlog en huldigen we een ander boegbeeld van de Italiaanse cinema. Als slotstuk van Rossellini’s oorlogstrilogie biedt de film een doortastend doembeeld van een tot puin herleid Duitsland. De dichotomie van dader en slachtoffer wordt gepast geproblematiseerd, terwijl de gekende narratieven rond WOII wankel worden gezet. In Les Possédés (1988) zien we dan weer hoe de kiemen van de Russische revolutie werden gelegd en dit door een mozaïek van verschillende levens en ideologieën tegen elkaar uit te spelen. Dat de door een Pool geregisseerde Franse productie een adaptatie van een Russisch boek is, toont het transnationale karakter van dergelijke herinneringen. Populaire adaptaties van historische passages laten soms een problematisch nalatenschap achter van bepaalde conflicten. Daar is de in Technicolor gedrenkte droom van Gone With the Wind (1939) een treffend voorbeeld van. Zo hielp het kassucces de racistische sentimenten van het Amerikaanse Zuiden ten tijde van de Amerikaanse burgeroorlog witwassen. Op zijn beurt confronteert Lili Marleen (1981) de Duitse bevolking met haar eigen verleden, maar dan met een dikke dosis kitsch en een speelse knipoog. In zijn kenmerkende stijl behandelt Fassbinder het succes van het nazisme als postmodern melodrama. Tot slot wordt de Duitse bezetter in Le Silence de la Mer (1949) net een mikpunt van medelijden door te tonen hoe elke soldaat ook als slachtoffer geldt van de ideeën van diens tijd. Met deze programmering reikt Film-Plateau een collage aan van verschillende geschiedenissen, verhalen en stijlen. We wensen hiermee de canonisering van het collectief geheugen kritisch in vraag te stellen en een pleidooi te houden voor een veelvoud aan perspectieven in de politiek van het herinneren.
di 11.02 – 20:30
De werkelijkheid van Karel Appel (Jan Vrijman, 1962, 15’) + Lucebert, tijd en afscheid (Johan van der Keuken, 1966/1994, 55’)
Ter gelegenheid van de tentoonstelling Copyright Cobra: fotografie, film en drukwerk (in VANDENHOVE tot 15 februari) organiseert Filmplateau een programma gewijd aan films die zijn gerelateerd aan de Deens-Belgisch-Nederlandse kunstbeweging Cobra (1948-1951). Cobra wordt vooral geassocieerd met kleurrijke en expressieve schilderijen maar ook het medium film speelde een belangrijke rol – vooral bij Belgische Cobra-leden als Pierre Alechinsky, Luc de Heusch, Jean Raine en Christian Dotremont. Binnen de context van Cobra werden ook meerdere films gemaakt die het artistieke creatieproces laten zien. Het is geen toeval dat het in beeld brengen van de kunstenaar aan het werk een populaire praktijk werd op een moment dat kunststromingen zoals Cobra of Action Painting een erg lichamelijke schilderstijl propageerden. Ook enkele Nederlandse cineasten leverden een belangrijke bijdrage aan dit subgenre van de kunstdocumentaire. Zo creëerde Johan van der Keuken drie versies van een film over schilder en dichter Lucebert terwijl Jan Vrijman op een spectaculaire wijze Karel Appel aan het werk toont. (SJ)
De films worden ingeleid door Griet Bonne.
di 18.02 – 20:30
Federico Fellini, Italië, 1983, kleur, 132’
In de jaren 1980 werd regisseur Federico Fellini door de nieuwe generatie filmmakers vaak verweten uitverteld te zijn. Het Italiaanse boegbeeld bood met E la nave va weerwoord in de vorm van een komische, gelaagde en bijzonder melancholische mozaïekfilm over de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. In de film vangt een gezelschap van excentrieke Europese bourgeois een cruisetocht aan om de as van een bekende operazanger te verstrooien. Het is meteen duidelijk dat de regisseur zich in bekend territorium bevindt en opnieuw een reeks kleurrijke karakterschetsen zal tevoorschijn toveren. Vanzelfsprekend duurt het niet lang alvorens dit assortiment aan decadente industriebazen, rusteloze neurotici en verbeten rokkenjagers met elkaar in de clinch gaan, maar Fellini heeft hier meer dan enkel kolder op het oog. E la nave va vertelt op tedere wijze het verhaal van een lang vervlogen tijd en de historische tragedies die nog in het verschiet liggen. De geknutselde sterrenhemel en verlichte zee vormen de 20ste eeuw om tot een absurdistisch theaterstuk dat misschien enkel met een wrange glimlach aanschouwd kan worden. (LS)
Deze film wordt ingeleid door Lennart Soberon.
di 25.02 – 20:30
Het Lam Gods (André Cauvin, 1939, 8’) + Hans Memling, schilder van de Madonna (André Cauvin, 1939, 11’) + De terugkeer van het Lam Gods (André Cauvin, 1946, 9’) + Met Dieric Bouts (André Delvaux, 1975, 29’)
Ter gelegenheid van de grote tentoonstelling Van Eyck: een optische revolutie in het Gentse MSK (van 1 februari tot 30 april 2020) organiseert Film-Plateau een vertoning met documentaires gewijd aan Jan Van Eyck en andere zogenaamde “Vlaamse Primitieven.” België leverde een grote bijdrage aan de geschiedenis van de kunstdocumentaire met pioniers als Henri Storck, Charles Dekeukeleire, Paul Haesaerts en André Cauvin, die in 1939 een baanbrekende kortfilm maakte over Het Lam Gods. Verbale commentaar wordt tot een minimum beperkt en de visuele ervaring van het kunstwerk wordt vertaald tot een film die het statische kunstwerk tot leven brengt met behulp van een mobiele camera en magistrale close-ups. Samen met Cauvins film over Memling werd de film in 1939 vertoond op de Wereldtentoonstelling te New York waar hij een sterke en blijvende indruk naliet. In 1946 maakte Cauvin een newsreel over de De terugkeer van het Lam Gods, toen het beroemde retabel na de Tweede Wereldoorlog als Duitse oorlogsbuit opnieuw naar België werd gehaald. Tenslotte staat de confrontatie tussen schilderkunst en film centraal in André Delvaux’s lyrische filmessay over Diederik Bouts. (SJ)
De vertoning wordt ingeleid door Joséphine Vandekerckhove.
di 03.03 – 20:30
Roberto Rossellini, Italië, 1948, zwart-wit, 78’
Samen met Roma, città aperta (1945) en Paisà (1946) vormt Germania anno zero (1948) het sluitstuk van wat Rossellini’s ‘oorlogstrilogie’ wordt genoemd. Dit schrijnende portret van een naoorlogs Berlijn toont de overlevingsstrijd van het verweesde jongetje Edmund die, verloren tussen het puin, steelt en honger lijdt. Gecorrumpeerd door het nazisme vermoordt Edmund zijn zieke vader waarop hij tot inkeer komt en op een dramatische wijze zelfmoord pleegt. Rossellini filmde op locatie in de tot puin herleide Duitse hoofdstad om een waarachtig beeld te schetsen van de chaos en vervreemding die de getraumatiseerde bevolking toen beheersten. Germania toont een getormenteerde maatschappij die de rotte vruchten van het fascisme plukt. Langzaam verdwijnen menselijkheid en moraliteit in een grimmig schouwspel waar schijnbaar geen plek meer is voor mededogen. Het desolate karakter van een naoorlogs Duitsland wordt duidelijk onderstreept door een experimentele partituur en documentaire-esthetiek. Let vooral op de slotsequentie, waar Edmund door een verwoest Berlijn doolt. Een parel uit de Italiaanse neorealistische cinema. (SDR)
Deze film wordt ingeleid door Lisa Colpaert.
di 10.03 – 20:30
Carlo Queeckers, België, 1930, zwart-wit, 80’
Carlo Queeckers werd in de vroege jaren 1930 beschouwd als een van de belangrijkste Belgische cineasten. Helaas zijn de meeste van zijn films verloren gegaan. De enige uitzondering is Het leven eener groote abdij (1930). Aan de hand van geënsceneerde tableaus vertelt deze film de geschiedenis van de abdij van Tongerlo, die in 1929 door een zware brand werd geteisterd. Queeckers’ film, die wordt gekenmerkt door een voorliefde voor de long take en voor picturale shotcomposities die aan de vroege Scandinavische film herinneren, is evenwel slechts ten dele bewaard gebleven en zonk volledig weg in de vergetelheid. Recent verzorgde CINEMATEK een digitale reconstructie van de film in samenwerking met docenten en studenten van het Onderzoeksseminarie Film aan de Masteropleiding Theater-en filmwetenschap van de Universiteit Antwerpen. (SJ & GW)
De vertoning wordt ingeleid door Gertjan Willems (Universiteit Gent/Universiteit Antwerpen) en Liesje Baltussen en Carolina Van Thillo (studenten Universiteit Antwerpen).
Met live piano begeleiding door Tom Vander Schueren.
di 17.03 – 20:30
Andrzej Wajda, Frankrijk, 1988, kleur, 116’
Als verzetsstrijder tijdens WOII, sociaalkritisch filmmaker en kortstondig Pools senator, kwam Andrzej Wajda meer dan hem lief was in aanraking met conflict en trauma. Sterk getekend door zijn eigen verzetsverleden, groeide Wajda uit tot het boegbeeld van de Poolse Filmschool, een groep regisseurs die, beïnvloed door het Italiaanse neorealisme, de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog verbeeldde. Voor Les Possédés richt hij zijn scherpe blik op een andere setting, een fictieve politieke broeihaard die hij ontleent aan de vuistdikke roman Boze Geesten (1872) van de Russische grootmeester Fjodor Dostojevski. In een provinciestadje nabij Sint-Petersburg komt de oudere, behoudsgezinde generatie onzacht in aanraking met een groep jonge revolutionairen, vol van zogenaamd ‘westerse’ liberale ideeën. Doorheen Dostojevski’s interne twisten en politieke intriges weeft Wajda metaforische kritiek op het politiek woelige Polen van de jaren 1980. Datzelfde politiek klimaat dwong Wajda voor deze film uit te wijken naar Frankrijk, waar hij een sterke Frans-Poolse cast met onder andere Isabelle Huppert rondom zich verzamelde. Een ambitieuze tragedie die als gezamenlijke vrucht van twee meesters uit de Oost-Europese kunsten stof tot nadenken biedt. (BDS)
Deze film wordt ingeleid door Piet Van Poucke.
di 24.03 – 20:30
Jean-Luc Godard, Frankrijk, 1964, zwart-wit, 97’
Na het succes van zijn speelfilmdebuut À bout de souffle (1960) en Le Mépris (1963) creëert de Frans-Zwitserse cineast Jean-Luc Godard Bande à Part. Een experimentele gangsterthriller waarin twee rusteloze Parijse studenten (Sami Frey en Claude Brasseur) hun gedeelde amoureuze interesse (Godards toenmalige levensgezellin en muze Anna Karina) overtuigen om een overval te plegen in haar eigen huis. De romantische rivaliteit tussen de twee jonge mannen kent echter zowel komische als tragische gevolgen. In deze parel van de nouvelle vague-cinema treedt Godard zelf op als off-screenverteller die de gevoelens van zijn personages omschrijft. De vele geïmproviseerde scènes resulteerden vaak anthologiemomenten, zoals de inmiddels iconische Madison Dance-scène in een Parijs café of het moment waarop het avontuurlijke trio het record breekt om zo snel mogelijk door de museumzalen van het Louvre te rennen. (JV)
De vertoning wordt ingeleid door Joséphine Vandekerckhove.
di 31.03 – 20:30
Victor Fleming & George Cukor, USA, 1939, kleur, 238’
Al sinds zijn publicatie in 1936 staat Margaret Mitchells Gone With the Wind bekend als ‘The Great American Novel’. Maar wellicht nog bekender is de epische en alom geprezen filmadaptatie door Victor Fleming en George Cukor uit 1939. De film sleepte niet minder dan acht Oscars in de wacht. De adaptatie was niet eenvoudig, onder meer door de lijvige omvang van het originele boek, waardoor de film met zijn originele 3 uur en 58 minuten nog steeds een van de langste Hollywoodfilms aller tijden is. Dit narratieve meesterwerk dramatiseert de dieptes van menselijke passie met grootse intensiteit, brengt het drama van de Amerikaanse Burgeroorlog en de Reconstructie (1861-1877) tot leven, en verbeeldt het leven van Scarlett O’Hara (Vivien Leigh), een verwende en manipulatieve dochter van een rijke plantage-eigenaar in Georgia. De film is weliswaar omstreden door de verbeelding van zwarte stereotypes en ‘lost cause’ mythes, en biedt de kijker een relatief positief beeld van ‘white supremacy’ in het Amerikaanse Zuiden. (RM)
Deze film wordt ingeleid door Lisa Colpaert.
di 21.04 – 20:30
Rainer Werner Fassbinder, Duitsland, 1981, kleur, 120’
Lili Marleen staat niet enkel bekend als het gevierde lied uit 1939, maar ook als een melodrama zoals enkel R. W. Fassbinder ze kon maken. Deze adaptatie van een semi-autobiografische roman van Lale Andersen – die als Duitse singer-songwriter bekend werd met het bewuste lied – gaat over de verboden liefde tussen de Duitse cabaret-zangeres Willie (Hanna Schygulla) en de Zwitsers-joodse componist Robert (Giancarlo Giannini). Een niet onbelangrijk detail is dat deze romance zich afspeelt tijdens de Tweede Wereldoorlog, met als klap op de vuurpijl dat Willie’s werk warm wordt onthaald in nazikringen, terwijl Robert een actief lid is van een verzetsgroep. Meer nog kan Lili Marleen worden gezien als een postmodern meesterstuk dat sterk voor was op zijn tijd. Zo is de gekozen esthetiek overduidelijk gebaseerd op de stijl van de vele nazi-melodrama’s uit de oorlogsperiode, maar wordt deze dermate in de verf gezet dat de onderliggende, vaak verhulde zedenles naar het oppervlak wordt getild. Deze op ironie gebaseerde deconstructie van de nazimoraal werd bij het uitkomen van de film echter niet echt begrepen, noch gesmaakt. (EC)
di 28.04 – 20:30
Jean-Pierre Melville, Frankrijk, 1949, zwart-wit, 86’
Wereldoorlog II. De Duitse officier Werner von Ebrennac wordt ingekwartierd in een Frans dorpje, bij een oude man en zijn nichtje. De Duitser praat honderduit over kunst, filosofie en het verbond tussen het Franse en Duitse volk. Hij botst evenwel op een muur van zwijgzaamheid, de enige vorm van verzet waarover nonkel en nicht beschikken. Maar net zoals de zee uit de titel nooit stil is, geeft hun stilte vrij spel aan andere geluiden, zoals het tikken van een klok. Het experimentele karakter van deze verfilming van een klassieker uit de Franse verzetsliteratuur (het gelijknamige boek van Vercors dateert van 1942) toont zich ook in een prominente voice-over. Met letterlijke beschrijvingen van wat we te zien krijgen, trekt die zich niets aan van de filmische conventies. De excentrieke Franse filmmaker Jean-Pierre Melville wilde met zijn debuut dan ook een ‘anti-cinematische’ film maken. Het levert grootse cinema op, bejubeld door de critici die later de nouvelle vague zouden vormen. (GW)
di 05.05 – 20:30
Laura Mulvey en Peter Wollen, VK, 1977, kleur, 92’
In haar invloedrijke, feministische essay “Visual Pleasure and Narrative Cinema” uit 1975 merkte Mulvey op dat de klassieke filmtaal wordt gemarkeerd door een kijklust of scopophilia en de zogenaamde “male gaze,” die de vrouw tot onderwerp van de mannelijke blik reduceert. Riddles of the Sphinx speelt hier op in aan de hand van 13 scenes, waarvan meerdere in de vorm van lange, ononderbroken 360-graden panning shots van ruimten waarbinnen het hoofdpersonage Louise (Dinah Stabb) en haar vrienden en collega’s zich bevinden. Deze exploratie van het huiselijke leven en het moederschap wordt occasioneel doorbroken door scenes waarin Mulvey de kijker toespreekt over de mythe van Oedipus die de Sfinx ontmoet. Riddles of the Sphinx combineert modernistische vorm-experimenten met een semi-narratieve structuur waarin inzichten uit het feminisme en de psychoanalyse werden verwerkt. Een sleutelfilm in de geschiedenis van de experimentele cinema van de jaren 1970. (SJ)
De vertoning wordt gevolgd door een nagesprek met Laura Mulvey en Steven Jacobs.
di 12.05 – 07:40
David Claerbout, 2004, single-channel video-projectie, kleur, 13u43'
Opgelet, gezien de ongewone lengte van Bordeaux Piece, grijpt deze vertoning uitzonderlijk plaats van 7:40 tot 21:23.
Het gehele oeuvre van kunstenaar David Claerbout vormt een meditatie op het fenomeen tijd en de sculpturale dimensie van het licht. Beide elementen spelen een cruciale rol in Bordeaux Piece (2004), een film die werd gedraaid in de beroemde villa die Rem Koolhaas in 1998 nabij de Franse stad bouwde. Bordeaux Piece is eigenlijk een korte fictiefilm, waarvan de plot en het belang van een architecturale setting aan Le Mépris (1963) van Jean-Luc Godard herinnert, die schijnbaar zo’n 75 keer wordt herhaald. De ietwat emotieloze en tevens groteske personages lijken gevangen te zijn binnen de cinematografische composities en de architectuur. Aanvankelijk ontstaat de indruk dat men een film in loop bekijkt. Dit is evenwel niet het geval – elke nieuwe versie werd opnieuw gedraaid en verschilt dus van de vorige opname. Bovendien situeert elke nieuwe variant zich tien minuten later op de dag en dus in gewijzigde lichtomstandigheden. Aandacht voor de dunne plot en de personages ruimen snel plaats voor het architecturale decor, het landschap, het licht, Claerbouts beeldcomposities en het verstrijken van de tijd. (SJ)
do 14.05 – 20:00
Locatie: filmzaal Paddenhoek 3
Inschrijven noodzakelijk via Info@film-plateau.be
Vreugdesprongetjes en cinefiel vertier, de nieuwste editie van de Film-Plateau Filmquiz vindt donderdag 14/05 voor de vijfde maal plaats. Net zoals tijdens vorige edities bieden we jonge filmfans aller landen de mogelijkheid om tegen elkaar te strijden voor felbegeerde prijzen en de prestigieuze – evenals volledig verzonnen – titel van de “Film-Plateau filmkenner”. Poets je dvd-collectie op, verzaak je sociale verantwoordelijkheden en laat je beamer ronken. Je zal namelijk al je kennis en kijkervaring nodig hebben om meerdere rondes vol pittige vragen en absurdistische uitdagingen te doorstaan. Vragen zijn van wisselend niveau, zodat zowel Fassbinder als Fast and Furious fans wat te winnen hebben. Stel dus maar je eigen bande à part aan strijdlustige filmquizcollega’s samen en vergezel voor een avond speels knokken en sensationeel quizzen. Inschrijven kan per groep (deze bedraagt max. 4 personen) door een passende groepsnaam, de namen van de deelnemers (studenten en alumni jonger dan 30) en je opleiding door te sturen naar Info@film-plateau.be. De prijs per groep bedraagt 10 euro, betalen doe je aan de kassa. Reserveer snel want er worden slechts 20 groepen toegelaten. De quiz gaat door in de filmzaal aan de Paddenhoek en gaat om 20:00 van start.
Lenin bewierookte cinema ooit als de meest belangrijke der kunsten en dit voornamelijk door zijn kwaliteiten als een propagandistisch en onderwijzend middel in functie van de revolutionaire strijd. Het CIMS-programma voor Film-Plateau voelt deze stelling dit semester aan de tand en biedt een veelzijdige blik op film als verzetsvorm. Doorheen zes films uit verschillende plaatsen, tijdsperioden en stromingen worden verhalen verkend die weerstand bieden aan heersende normen en dominante ideologieën. Met poëtische schoonheid en subversieve kracht gidst de selectie ons doorheen de dwingende structuren van gender, etniciteit, klasse, nationaliteit en traditie, alvorens te illustreren hoe weerstand wordt geboden aan dergelijke machtsverhoudingen. Daarenboven rebelleert dit programma tegen de dominantie van de – veelal Westerse – canoniseringsprocessen door films te selecteren die vaak aan de zijlijn staan in de klassieke filmgeschiedenislessen. Opener van het programma is Moonfleet (1955), een met gotiek en dramatiek doorspekte avonturenfilm over het reilen en zeilen van een piratenbende. Niet alleen wordt de subversieve aard van het smokkelaarsberoep met verve geëvoceerd, de film zelf geldt als verzetsdaad in één van Hollywoods meest gevoerde gevechten: die van de auteur-regisseur tegen het studiosysteem. Pudovkins propagandaparel Mat (1926) trekt dan weer gretig aan hartsnaren om de glorie van de Russische revolutie te verkondingen. De strijd van één vrouw tegen de dominantie van haar man wordt hier vereenzelvigd met het gevecht van de natie tegen het Tsaristische bewind. Voor de antiheld van het Turkse Law of the Border (1966) is verzet eerder een vraagstuk. Verscheurd door de keuze om te leven als leerkracht dan wel als grensbandiet, worstelt hij het de mogelijkheid om al dan niet deel uit de maken van de samenleving. Dergelijke conflicten krijgen een meer persoonlijk karakter in Edward Yangs Taipei Story (1985), waar de tegenstellingen tussen platteland en grootstad zorgen voor een clash tussen waardestelsels. In Razzia sur la chnouf (1955) wordt de strijd dan weer met geweerschoten en ander geweld beslecht. Wanneer de Franse politiemacht het Parijse drugsmilieu tracht op te rollen, worden de meer repressieve kantjes van het staatsapparaat onthuld. Afsluiten doen we met Splendor (1989), een door Marcello Mastroianni gesierde tragikomedie van Ettore Scola. Hier vecht een bioscoopuitbater voor de ziel van de filmkunst wanneer de intrede van televisie een bedreiging voor zijn stiel begint te vormen. Derhalve worden revoluties, zowel episch als intimistisch van aard, bestudeerd en gehuldigd in dit diverse programma dat het politieke potentieel van het medium onder de loep neemt.
Dit academiejaar focussen docenten Steven Jacobs en Wouter Davidts in hun onderzoekseminarie ‘moderne en hedendaagse kunst’ in de masteropleiding Kunstwetenschappen op de rol van architectuur in het oeuvre van de Belgische videokunstenaar David Claerbout. In dit kader wordt begin december in het Vandenhove-centrum een videofestival georganiseerd en ook Film-Plateau schenkt aandacht aan de visualisering van architectuur in film. Naast langspeelfilms van regisseurs als Michelangelo Antonioni en Chantal Akerman, regisseurs van wie het gehele oeuvre gemarkeerd wordt door een interesse in architectuur, ruimten en interieurs, omvat dit programma ook een poëtische documentaire over een abdij en een verzameling kortfilms die structural cinema, slapstick en hedendaagse videokunst combineren.
di 24.09 – 20:30
Fritz Lang, Verenigde Staten, 1955, kleur, 87’
MET Stewart Granger, George Sanders en Joan Greenwood.
Het duurde meer dan vijftig jaar alvorens het in 1898 gepende Moonfleet de kusten van de VS bereikte, maar het Engelse kinderverhaal was bij publicatie een instant succes. De populariteit van deze avonturenroman – over een groep geslepen smokkelaars die haven houden in het slaperig dorpje Dorset – ontging Hollywood niet en binnen luttele maanden kocht MGM de rechten. Bolstaand van intrige, gevaar en verwondering had Moonfleet immers alles om de kassa’s te laten rinkelen. Al snel werd regisseur Fritz Lang aangeduid als huurlingfilmer van dienst om die belofte te verzilveren. Lang verzette zich echter tegen de richtlijnen van de studio en maakte een moreel gelaagd, gotisch melodrama over verloren onschuld en de gevaren van het volwassen worden. Met zwoele kleuren brengt Lang louche kroegen en weelderige kostuums tot leven en schildert rijkelijk met schaduwen op het Cinemascope canvas. (LS)
De film wordt ingeleid door Lennart Soberon.
di 01.10 – 20:30
Michelangelo Antonioni, Verenigde Staten, 1970, kleur, 110’
MET Mark Frechette, Daria Halprin en Paul Fix.
Na zijn exploratie van de moderne architectuur en het stedelijke en industriële landschap van Italië in films als L’Eclisse (1962) en Il Deserto rosso (1964), richtte Antonioni zijn blik op Los Angeles, de paradigmatische (anti)stedelijke ruimte van de late twintigste eeuw. Net zoals andere vooraanstaande Europese intellectuelen en kunstenaars zoals David Hockney, Reyner Banham en Jacques Demy die in die periode ook California ontdekken, brengt Antonioni een schier eindeloos stadslandschap in beeld dat bijna naadloos overgaat in de leegte van de woestijn. Los Angeles staat tevens voor een landschap dat gemarkeerd wordt door commerciële tekens en oppervlakken – Antonioni exploreert de billboards meesterlijk met behulp van telelenzen. Tot slot schenken enkele sleutelscènes ook aandacht aan de nieuwe suburbane of posturbane levenswijze: we krijgen een commercial van een nieuwe woonwijk te zien en in de beroemde slotscène wordt een modernistische rotswoning letterlijk opgeblazen tot een visueel spektakel. (SJ)
Deze film wordt ingeleid door Joséphine Vandekerckhove.
di 22.10 – 20:30
Vsevolod Pudovkin, Sovjet-Unie, 1926, zwart-wit, stil, 89’
MET Vera Baranovskaya, Nikolay Batalov en Aleksandr Chistyakov.
Pudovkin wordt vaak gezien als een tegenpool van zijn tijdsgenoot Sergei Eisenstein. Dit komt vooral door zijn subtieler en geconcentreerder gebruik van montage dat veeleer focust op de veerkracht en moed van het individu, waar Eisenstein montage inzet om de kracht van de massa te benadrukken. Niettemin worden zowel Eisensteins Potemkin als Pudovkins verfilming van Maxim Gorkyʼs roman Mat beschouwd als meesterwerken van de stille cinema. Mat is een van Pudovkins meest representatieve films en is typerend voor zijn vernieuwende montagetechniek. Hij omschreef zelf hoe hij via montage de kijkers probeerde te beroeren door ‘plastische syntheseʼ. Het verhaal van de film volgt een Russische vrouw die in een fabriek harde handarbeid verricht en probeert om armoede en honger te overkomen. Haar strijd is die van het proletariaat tegen het Tsaristische bewind tijdens de mislukte Russische Revolutie van 1905. (RM)
De film wordt ingeleid door Piet Van Poucke.
Met live pianobegeleiding door Tom Van der Schueren.
di 29.10 – 20:30
One Week (Buster Keaton, Verenigde Staten, 1920, zwart-wit, stil, 19’) + Saute ma ville (Chantal Akerman, België, 1968, zwart-wit, 13’) + La Chambre (Chantal Akerman, België, 1972, kleur, 11’) + Das Haus (Aglaia Konrad, België, Oostenrijk, 2014, kleur, 22’)
Architectuur speelt een grote rol in de structural cinema van de jaren 1960 en ’70, waarin vaak aan de hand van extended long takes de stabiliteit van het beeld maar tevens het voorbijglijden van de tijd en het licht worden geëxploreerd. Het uit één ononderbroken take bestaande La Chambre van Akerman plaatst zich onmiskenbaar in deze traditie, net zoals Das Haus van Aglaia Konrad, waarin een brutalistische woning van Juliaan Lampens uit de jaren 1970 met behulp van de filmcamera wordt geanalyseerd. Daarnaast vormen architectuur en het geautomatiseerde interieur ook belangrijke motieven in de slapstickcinema van de jaren 1920. Zo neemt Keaton in One Week de rage van prefab architectuur op de korrel en leidt mechanische orde tot anarchische chaos. “Chaos in the kitchen” vormt ook het onderwerp van Akermans debuut Saute ma ville, waarin ook de acteerstijl aan slapstick herinnert. (SJ)
De film wordt ingeleid door Steven Jacobs.
Met muzikale begeleiding door Johan Derycke.
di 05.11 – 20:30
Ömer Lütfi Akad, Turkije, 1966, zwart-wit, 93’
MET Yilmaz Güney, Pervin Par en Erol Tas.
Om zijn zieke zoon in leven te houden, stemt een arme man in Zuidoost-Turkije ermee in een kudde schapen over de grens te smokkelen. Hoewel de plot initieel misschien ietwat simpel oogt, is Hudutların Kanunu (Law of the Border) een van de meest geprezen rurale drama’s van zijn tijd en luidde het de start van de Turkse ‘New Cinema’ in. Dit realistisch pareltje – geschreven door Yılmaz Güney – gaat immers om zoveel meer: een gewelddadig en corrumperend staatssysteem, socio-economische klassenverschillen, de structurele onmogelijkheid tot sociale mobiliteit en het belang van onderwijs om uit deze heksenketel te geraken. Dat fictie nooit veraf ligt van de dikwijls akelig grauwe werkelijkheid blijkt ook hier. Tijdens de Turkse staatsgreep van 1980 werden alle filmkopieën in beslag genomen en vernietigd. Eén kopie overleefde evenwel de coup. Deze erg beschadigde kopie werd door het World Cinema Project in 2013 gerestaureerd. (DO)
De film wordt ingeleid door Feyza Altinkamis.
di 12.11 – 20:30
Edward Yang, Taiwan, 1985, kleur, 110’
MET Tsai Chin en Hou Hsiao-Hsien.
Edward Yang was een van de sleutelfiguren van de Taiwanese New Cinema, de modernistische filmstroming die vanaf de jaren 1980 Taiwan op de filmkaart zette. Films uit deze stroming focussen veelal op een verwarde generatie die verloren loopt tussen traditie en moderniteit. In Yangs Taipei Story staat Ah-Long (Hou Hsiao-Hsien) voor de traditie. Hij leeft in het verleden en draagt familiewaarden en vriendschap hoog in het vaandel. Zijn vriendin Azhen (Tsai Chin), een verwesterde zakenvrouw, staat voor de moderniteit. Via hun desintegrerende relatie schetst Yang een beeld van de urbane vervreemding. Net als bij Antonioni blijken aspecten als verveling, eenzaamheid en bedrog inherent verbonden met het leven in de onpersoonlijke grootstad. Hou Hsiao-hsien, die andere Taiwanese grootmeester, vertolkt het mannelijk hoofdpersonage in Taipei Story. Hou was tevens coscenarist, stelde zijn huis in onderpand om de film te financieren en werkte recent nog mee aan de restauratie van de film, uitgevoerd door Cinematek i.s.m. de Cineteca di Bologna en The Film Foundation van Martin Scorcese. (GW)
De film wordt ingeleid door Gertjan Willems.
di 19.11 – 20:30
Henri Decoin, Frankrijk, 1955, zwart-wit, 105’
MET Jean Gabin, Marcel Dalio en Lino Ventura.
In Razzia sur la chnouf keert Henri le Nantais terug uit de Verenigde Staten om orde op zaken te stellen in de Parijse drugs(onder)wereld. Deze harde Franse gangsterfilm is een geslaagde adaptatie van de gelijknamige ‘roman policier’ van Auguste Le Breton, die excelleerde in een ‘cinematografische’ schrijfstijl en in het gebruik van frivole Franse slang (argot). Razzia sur la chnouf is echter ook schatplichtig aan de Amerikaanse film noir, die in deze periode een diepe indruk naliet. All-round regisseur Henri Decoin, die een tijdlang in Hollywood had verbleven aan de zijde van zijn toenmalige echtgenote Danielle Darrieux, gaf toe dat hij er veel had geleerd van de narratieve directheid van dit soort Amerikaanse recht-voor-de-raap films. De faam van deze film is echter vooral te danken aan twee iconen van de Franse cinema: Lino Ventura (Roger le Catalan) en Jean Gabin (Henri). Voor Gabin betekende Razzia de definitieve doorstart van zijn naoorlogse carrière. (DB)
De film wordt ingeleid door Daniël Biltereyst.
di 26.11 – 20:30
Ingel Vaikla, Estland, België, 2017, kleur, 29’
In Roosenberg van de Estse kunstenares Ingel Vaikla maken we kennis met vier nonnen en hun dagelijkse rituelen. Het zijn de laatste bewoners van het modernistische klooster van de Mariazusters van Franciscus te Waasmunster, dat in 1975 werd gebouwd door de Nederlandse architect en Benedictijn Dom Hans Van der Laan. In hun speciaal ontworpen gewaden worden de nonnen een deel van de plek en vormen ze bijna extensies van de architectuur en het interieur. Aan de hand van de bewoners, introduceert de cineaste ons tot de verschillende vertrekken van het gebouw, de religieuze en dagelijkse functies van de architectuur en hoe die vorm krijgt door het licht en het geluid. Repetitie en het bevreemdende gebruik van omgevingsgeluiden geven het klooster een bijna buitenaardse kwaliteit. (SJ)
De vertoning wordt gevolgd door een gesprek met cineaste Ingel Vaikla.
di 03.12 – 20:30
Ettore Scola, Italië, 1989, kleur, 110’
MET Marcello Mastroianni, Marina Vlady en Massimo Troisi.
Hoewel deze bijna twee uur durende liefdesbrief aan de cinema sterk voor was op zijn tijd, vertoeft Splendor in de schaduw van gelijkaardige klassiekers. Deze jammerlijke context kan worden doorgetrokken naar de historische omlijsting van de film zelf: door de opkomst van televisie in de jaren 1960 komen de vele lokale cinema’s steeds minder prominent in het daglicht te staan. Zo ook Splendor, de bioscoop die het hoofdpersonage Jordan (Marcello Mastroianni) overnam van zijn vader. Samen met de Franse show girl Chantal (Marina Vlady), die als zaalbewaarder komt werken in de cinema en de cinefiele projectionist Luigi (Massimo Troisi), voelt Jordan zijn levenswerk onvermijdelijk naar de afgrond wegglijden. Gelukkig blijkt het dramatische sluiten van Jordans grote liefde het perfecte excuus om ons op cinefiele wijze – doorheen talloze filmreferenties – te doen wegdromen naar alle pracht en praal die cinema ooit voortbracht. (EC)
De film wordt ingeleid door Kinoautomat.
di 10.12 – 20:30
Chantal Akerman, 2015, België, Frankrijk, kleur, 115’
MET Chantal Akerman en Natalia Akerman.
Huiselijke interieurs, evocaties van beslotenheid en ruimtelijke structuren nemen een bijzondere plaats in binnen het oeuvre van Chantal Akerman. Met haar laatste film No Home Movie brengt de Belgische cineaste een rauw en ontroerend portret van haar relatie met haar moeder Natalia, enkele maanden voor haar overlijden. Als overleefster van Auschwitz bracht Natalia haar hele leven in angst door en verliet ze zelden de omgeving van haar Brusselse appartement. Akermans karakteristieke stijl van een statische camera en extreme longtakes worden aangevuld met op smartphone gedraaide scènes en sterk ingezoomde beelden van intieme skype-gesprekken. De stabiliteit van de geborgenheid van het burgerlijke interieur van Natalia’s appartement staan in schril contrast met de transitoire landschappen van Akermans reizen en de onstuimige natuur in Israël. Deze ruimten belichamen echter allen eenzelfde gevoel van innerlijke rusteloosheid en het nostalgische verlangen ergens anders te zijn. (JV)
Deze film wordt ingeleid door Joséphine Vandekerckhove.
Dit semester plaatst onderzoekscentrum CIMS (Centre for Cinema and Media Studies) haar doctorale onderzoekers in de schijnwerpers. Deze film- en mediawetenschappers doen vanuit een breed aantal invalshoeken en methodologieën onderzoek naar beeldcultuur in relatie tot maatschappelijke thematieken en identiteit. Als rode draad doorheen deze verschillende onderzoeksprojecten loopt een toewijding tot actueel relevant onderzoek en een geloof in de symbolische kracht van het beeld. Film geldt in deze context niet louter als massamedium of communicatietechnologie, maar tevens als de belangrijke drager van betekenissen. In het licht hiervan cureren zes CIMS-onderzoekers een avond rond hun onderzoek, steeds bestaande uit een inleiding en een film. Jono Van Belle verkent in haar proefschrift de representatie en receptie van liefde en andere positieve emoties. In Les Rendez-vous d’Anna (1978) worden klassieke noties van romantische liefde op meditatieve wijze gedeconstrueerd. De recente Vlaamse documentaire Inclusief (2018) past dan weer in het kader van Susan Vertoont haar studie naar beeldvorming in relatie tot mensen met een beperking. Na de film wordt de behandelde thematiek van inclusie in het onderwijs met regisseuse Ellen Vermeulen besproken in een Q&A. In de keuze van Reuben Martens wordt de mens meer op de achtergrond geplaatst. Aan de hand van The Green, Green Grass of Home (1982) licht hij toe hoe film als belangrijk middel tot ecologische reflectie kan dienen. Met de vertoning van Psycho (1998) vergeten we even het filmcanon en hiërarchische onderverdelingen tussen originaliteit en herwerking. De remake van Gus Van Sant kruipt uit de schaduw van Hitchocks magnum opus en wordt belicht door Eduard Cuelenaere en zijn onderzoek naar filmadaptaties en -herwerkingen. Vervolgens wordt het onderzoek van Florian Van Lee naar LGBTQ-presentatie in Vlaamse televisiefictie vertaald naar een bespreking van Ma Vie en rose (1997). Dit coming of age-verhaal van eigen bodem breekt op tedere wijze met gevestigde genderrollen en geldt ook internationaal als een Queer Cinema klassieker. Afsluiten doen we dit jaar met een tweeluik rond Exprmntl. Megan Hoetger licht het nalatenschap van dit wereldwijd vermaarde experimenteel filmfestival, dat plaatsvond in Knokke, toe met een vertoning van de documentaire EXPRMNTL (2016), evenals met een omnibus van daar vertoond werk. Met deze diverse doch verenigde reeks perspectieven en thematieken staat dit semester niet enkel in voor een waaier aan filmgenot, maar reikt het ook een reeks analytische lenzen aan om onze huidige beeldcultuur mee te beschouwen.
Het filmprogramma van de Kunstwetenschappen belicht dit semester diverse interactievormen van beeldende kunst en film, waarbij het aftasten van de grenzen tussen fictie en non-fictie centraal komen te staan. Zo volgen we in de recente documentaire van Rudy Pinceel het dagelijkse leven van de pionier van de Belgische animatiekunst Raoul Servais, gevolgd door Servais’ eigen kortfilm Nachtvlinders uit 1997. We blijven nog even in Oostende met de korte fictiefilm Idylle à la plage (Henri Storck, 1931) en de documentaire Je suis fou, je suis sot, je suis méchant (Luc de Heusch, 1990), waarbij een volledige avond wordt gewijd aan het oeuvre van de internationaal gevierde schilder James Ensor. Deze kunstenaar inspireerde met zijn doeken vol groteske motieven generaties filmmakers, van Charles De Keukeleire tot Jef Cornelis. Bovendien had ook James Ensor zelf een grote interesse in het medium van film. Zijn ontmoeting met de cineast Henri Storck in de vroege jaren 1920, betekende de start van een levenslange vriendschap vol wederzijdse beïnvloeding en artistieke experimenten. Daarnaast wordt in deze filmreeks geëxploreerd hoe de grenzen tussen fictie en non-fictie worden opgezocht door één enkel statisch, tweedimensionaal schilderij uit de 14e eeuw om te toveren tot een wervelende film. In 2015 waagde Andy Guérif zich aan een heus huzarenstuk, door in Maestà (La passion du Christ) het passieverhaal van Duccio di Buoninsegna zo trouw mogelijk op het witte doek te schilderen. Tot slot wordt in Vincente Minnelli’s klassieker The Sandpiper uit 1965 de thematiek van het kunstenaarschap onder de loep genomen. Deze film sluit aan bij de tweede editie van de Jokerweek van de Kunstwetenschappen, waarvoor dit jaar kunstenaars uit verscheidene disciplines worden uitgenodigd om gedurende een week met de studenten aan diverse projecten samen te werken.
di 12.02 – 20:30
Chantal Akerman, Frankrijk, België, West-Duitsland, 1978, kleur, 126’
MET Aurore Clément (Anne Silver), Jean-Pierre Cassel (Daniel), Magali Noël (Ida)
Na Jeanne Dielman, 23 Quai du Commerce, 1080 Bruxelles uit 1975 waren de verwachtingen van de Belgische regisseuse Chantal Akerman hooggespannen. Les rendez-vous d’Anna werd slechts matig ontvangen en aanvankelijk teveel beoordeeld als een magere versie van haar feministisch meesterwerk Jeanne Dielman. Onterecht, want ook dit is een elegant meesterwerk met een onberispelijke integriteit qua narratie en esthetiek, eigen aan Akerman’s stijl. In Les rendez-vous d’Anna krijgen we het verhaal van een Belgische regisseuse doorheen een reeks ontmoetingen te zien. Via deze ontmoetingen kunnen we haar leven en de oorzaken van haar fundamentele disconnectie van alles en iedereen reconstrueren. We kunnen niet anders dan ons afvragen of deze reisfilm, weliswaar zonder doel of bestemming, over Akerman zelf gaat. Als kind van Poolse Holocaust-overlevers heeft ze sinds de jaren 1970 in een waaier aan landen films gemaakt, een ware “nomadische” regisseur. (JVB)
De film wordt ingeleid door Joséphine Vandekerckhove
di 19.02 – 20:30
Rudy Pinceel, België, 2018, kleur, 60’
Raoul Servais is de pionier van de Belgische animatiekunst. In 1963 richtte hij, als eerste in Europa, een opleiding Animatiefilm op en wel aan het Gentse KASK. In 1979 won hij de Gouden Palm in Cannes voor zijn de kortfilm Harpya en ontving tijdens zijn carrière talloze prijzen en onderscheidingen. Zijn stijl wordt gekenmerkt door het magisch-realisme en is poëtisch met een diepzwarte rand. Op zijn 90e blijft hij exposeren, publiceren en inspireren. Documentairemaker Rudy Pinceel volgde vanaf oktober 2015 drie jaar lang het dagelijks leven van de internationaal gelauwerde animatiekunstenaar. Eind juni 2018 registreerde hij de levende filmlegende op weg naar zijn afspraak met de geschiedenis. Raoul Servais ontving op zijn 90e twee permanente tentoonstellingszalen in het Oostendse Mu.ZEE, naast James Ensor en Leon Spilliaert. Servais is een intiem portret waarin we getuigen zijn van zijn reis langsheen de intrigerende plekken die zijn leven en werk hebben ingekleurd. (LC)
Q&A met Rudy Pinceel + Nachtvlinders (Raoul Servais, België, 1997, kleur, 8’)
di 26.02 – 20:30
Ellen Vermeulen, België, 2018, zwart-wit, 73’
Na met haar langspeel-documentaire en debuut ‘9999’ de thematiek van psychologische gezondheid in het Belgisch gevangeniswezen te hebben aangesneden, richt filmmaakster Ellen Vermeulen haar lens op een nieuw prangend vraagstuk. In Inclusief wordt op beheerste en analytische wijze de huidige staat van inclusief onderwijs in Vlaanderen behandeld. Het in 2014 goedgekeurde M-decreet had tot doel om kinderen met een beperking zo veel mogelijk in het reguliere onderwijs te integreren, in plaats van in buitengewone scholen. Deze beslissing kon op gemengde reacties rekenen uit bezorgdheid voor de praktische haalbaarheid en mogelijkheid tot kwalitatieve zorg voor deze kinderen. Zonder oordelen of rechtlijnige boodschap wordt een schets gegeven van het klimaat, de mensen steeds voorop plaatsende die deze structuren bevolken. In zwart-wit en op pellicule worden de vele kleine momenten, manerismen en gebruiken van de klas op indringende doch integere wijze geregisterd. Zo wordt een veelstemmig orkest aan ervaringen en meningen tot een krachtig staaltje documentaire-cinema gepuurd. (LS)
De film wordt ingeleid door Susan Vertoont
Q&A met Ellen Vermeulen
di 05.03 – 20:30
Henri Storck, België, 1931, zwart-wit, 35’ + Luc de Heusch, België, 1990, kleur, 55’
Henri Storck creëert in de vroege jaren 1930 verscheidene films in en over de Belgische badstad Oostende. De opzet van zijn Idylle à la plage is eenvoudig. Het landschap van de Noordzee wordt overspoeld door regen. Twee jonge mensen zoeken beschutting onder een badkar en glimlachen naar elkaar. Als de zon terug is krijgen het strand en de zee een plaats in hun liefdesspel. De thematieken van poëzie, begeerte, wet en overtreding tegen een achtergrond van antimilitarisme maken van Idylle à la plage een perfect voorbeeld van de filmkunst die dierbaar was aan Breton en de surrealisten. Naast James Ensor figureren in deze film ook de kunstenaars Félix Labisse, Léon Spilliaert, Carol Deutsch en Alfred Courmes.
Kort na de Tweede Wereldoorlog ontmoet de Belgische etnoloog en cineast Luc de Heusch de kunstenaar James Ensor in zijn huis te Oostende. In 1990 maakt de Heusch een film over Ensors oeuvre en zijn persoonlijkheid, opgevat als een postuum zelfportret. Oude postkaarten van Oostende en historische foto’s van opspattende golven en wandelaars langs de dijk lopen naadloos over in Ensors schilderijen en schetsen. De Heusch alludeert ook uitvoerig naar door Ensor geschreven teksten en herinterpreteert beelden van eerder aan Ensor gewijde kunstfilms zoals Strocks Idylle à la plage (1931) en La Joie de revivre (1947) en Masques et visages de James Ensor (1952) van Paul Haesaerts. (JV)
De films worden ingeleid door Joséphine Vandekerckhove
vr 08.03 – zo 10.03
Detour, Edgar G. Ulmer, 1945
Het Classics Restored Festival brengt grootse films terug op het grote scherm, waar ze thuishoren. Ontdek de rijkdom en de diversiteit van de filmgeschiedenis aan de hand van de beste recente digitale restauraties, vertoond in de omstandigheden waarvoor de films gemaakt zijn: op groot scherm geprojecteerd, in een volle, verduisterde cinema.
Tijdens het weekend van 8 tot 10 maart worden Gent en Kortrijk dé plekken waar je recent gerestaureerde filmklassiekers kan (her)ontdekken. Classics Restored Festival presenteert een internationaal programma met een 10-tal unieke screenings van de beste recente digitale restauraties, telkens deskundig ingeleid door een expert. (BV)
Meer info volgt
In samenwerking met Cinea, KASKcinema, BUDA en CINEMATEK.
di 12.03 – 20:30
Hou Hsiao-hsien Taiwan, 1982, kleur, 87’
MET Kenny Bee (Da-Nian), Meifeng Chen (Su-Yun)
Hou Hsiao-hsiens derde film was bepalend voor wat later de New Taiwanese Cinema genoemd zou worden. Met een bijzondere focus op een terugkeer naar inheemse thema’s, personages en plaatsen, maakte Hou Hsiao-hsien met The Green, Green Grass of Home in 1982 het definiërende voorbeeld voor deze stroming. Samen met zijn vaste cinematograaf, Chen Kunhou, brak hij met de tradities van wat de Taiwanese cinema voorheen definieerde. Hun grootste veranderingen waren het doorbreken van het ‘beperkte’ gebruik van onbelichte film (het medium, meer dan 15 km aan film), het invoeren van improvisatie in het acteerwerk om het stijve karakter van acteren te doorbreken en het gebruiken van ‘long takes’ als esthetische strategie. De film zelf gaat over een romance tussen twee leerkrachten in een afgelegen dorp, over het kattenkwaad van de schoolkinderen, maar misschien vooral over de spanning tussen vernieuwing en traditie; net zoals Hou’s oeuvre. (RM)
De film wordt ingeleid door Reuben Martens
di 19.03 – 20:30
Andy Guérif, Frankrijk, 2015, kleur, 60’
Met deze bewerking van Maestà, de beroemde 14e-eeuwse polyptiek van de Italiaanse grootmeester Duccio di Buoninsegna, laat Andy Guérif de personages in deze polyptiek van 26 panelen tot leven komen. Net zoals de vader van de Siënese school panelen gebruikte om het passieverhaal uit de doeken te doen, zet Guérif de splitscreentechniek in. Zo dompelt hij de kijker onder in de multifocale verteltechniek van de 14e-eeuwse Siënese meester, waar het ontbreken van perspectief ruimschoots gecompenseerd wordt door het rijke kleurenpallet en een beweeglijke mozaïek van fascinerende taferelen. (JV)
De film wordt ingeleid door Birgit Cleppe
di 26.03 – 20:30
Gus Van Sant, Verenigde Staten, 1998, kleur, 104’
MET Vince Vaughn (Norman Bates), Anne Heche (Marion Crane), Julianne Moore (Lila Crane)
Een mislukte kloon van het origineel, een geslaagde én actualiserende hommage, of, aldus de regisseur zelf, een subversief “weird science experiment”? Gus Van Sants filmremake Psycho (1998), gebaseerd op Hitchcocks psychologische horrorklassieker (1960), is controversieel, doch filmisch en theoretisch hyperinteressant. Hoewel voor velen niet onbekend, vertelt Van Sants Psycho (eveneens) het verhaal van Marion Crane (Anne Heche) die 400.000 dollar ontfutselt van haar werkgever om haar vriend van zijn schulden te verlossen. Ze slaat op de vlucht en komt terecht in een afgelegen motel dat wordt gerund door Norman Bates (Vince Vaughn), een jongeheer onder de heerschappij van zijn moeder. Als scène-voor-scène (veeleer dan shot-voor-shot) remake hanteert deze film zo’n veertig jaar later ongeveer hetzelfde scenario en een identieke score, enkel ditmaal in kleur. Het resultaat is een Psycho die hetzelfde is, maar dan anders. Ironisch genoeg maakte Van Sant mogelijks een meer Hitchockiaanse film dan Hitchcock destijds deed. Of dit nu voortkwam uit genialiteit of masochisme kan u vooral zelf komen oordelen. (EC)
De film wordt ingeleid door Eduard Cuelenaere
di 02.04 – 20:30
Vincente Minnelli, Verenigde Staten, 1965, kleur, 117’
MET Elizabeth Taylor (Laura Reynolds), Richard Burton (Edward Hewitt), Eva Marie Saint (Claire Hewitt)
Ingegeven door de tegencultuur en met het majestueuze Big Sur als achtergrond brengt Vincente Minnelli een broeierig romantisch drama waarin een gehuwde dominee (Richard Burton) verliefd wordt op een vrijgevochten, alleenstaande moeder en kunstenares (Elizabeth Taylor) die elke vorm van autoriteit afwijst. Als koppel voor en naast de camera –Taylor en Burton huwden on 1964 – spat de seksuele spanning tussen beiden van het zilveren scherm in een spel dat uitmondt in aantrekken en afstoten. De film is één van de eerste van de vele samenwerking van het koppel en het laatste wapenfeit van de succesvolle carrière van Minnelli bij M-G-M. Gefilmd op locatie, creëert Minnelli een geromantiseerd portret van Big Sur als kunstenaarskolonie. (LC)
De film wordt ingeleid door Lisa Colpaert
di 23.04 – 20:30
Alain Berliner, België, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, 1997, kleur, 89’
MET Georges Du Fresne (Ludovic Fabre), Michèle Laroque (Hanna Fabre), Jean-Philippe Écoffey (Pierre Fabre)
Toen Ma Vie en rose in 1997 in de Verenigde Staten in distributie werd gebracht, werd de bitterzoete maar tedere prent prompt op een “R-Rating” getrakteerd door de Motion Picture Association of America, waardoor kijkers jonger dan 17 door een volwassene begeleid moesten worden. Hoewel de film nauwelijks geweld of baldadig taalgebruik bevat, bleek een empathische film over een transmeisje een tikje te subversief om de Amerikaanse censuur te vermijden. Dat Ma Vie en rose suggereert dat het niet de genderidentiteit van Ludo – het jonge hoofdpersonage – is die problematisch is voor haar omgeving, maar dat het net haar omgeving is die haar beknot, was hierin wellicht een factor. Door het klassieke transgendernarratief om te draaien, en expliciet te wijzen op de onzinnige, hypocriete en kleinburgerlijke redenen achter de drang om het leven en de keuzes van transpersonen te controleren en beperken, benadrukt Ma Vie en rose de waarde van persoonlijk geluk en zelfexpressie. (FV)
De film wordt ingeleid door Florian Vanlee
di 30.04 – 20:30
Brecht Debackere, België, 2016, kleur en zwart-wit, 65’
Visual Antics is het productiehuis achter onder meer The Sound of Belgium (docu uit 2012 over de Belgische dance scene) en leverde met EXPRMNTL een al even strak gemonteerd en aantrekkelijk visitekaartje af binnen de documentairesector. Hier belicht Brecht Debackere een tot de verbeelding sprekende episode uit ons filmhistorisch geheugen. Tussen 1949 en 1974 was Knokke, de mondaine badplaats en de laatste plek waar je het zou verwachten, het Walhalla voor de liefhebber van experimentele cinema, underground muziek en bandeloze experimenteerdrift tijdens het filmfestival EXPRMNTL dat er vier maal georganiseerd werd. In een speelse en uitgesproken stijl brengt de docu de sfeer van dit belangrijke festival weer tot leven, doorspekt met interviews en zeldzame historische beeldfragmenten. Getuigen als Eric De Kuyper en Gabrielle Claeys, de voormalige conservator van Cinematek, passeren de revue alsook internationale cineasten als Agnes Varda en Jonas Mekas. (SV)
De film wordt ingeleid door Megan Hoetger
di 07.05 – 20:30
Potemkine 3 (Jean-Marie Buchet, BE, 1974, kleur, 14’) + Les Souffrances d'un oeuf meurtri (Roland Lethem, BE, 1967, kleur, 15’) + La Fille dans la vitrine (Patrick Hella, BE, 1974, zwart-wit, 7’) + La Machine à viande est cassée (Guy Pirotte, BE, 1974, kleur, 19’)
Les Souffrances d’un oeuf meurtri, Roland Lethem, België, 1967
Film-Plateau selecteert kortfilms uit de vijf edities van het Internationaal festival voor experimentele film dat in het leven werd geroepen door Jacques Ledoux en het Koninklijk Belgisch Filmarchief. We vertonen het werk van de Belgische avant-garde met films van onder meer: Jean-Marie Buchet en Roland Lethem. (LC)
De films worden ingeleid door Megan Hoetger
Q&A met Jean-Marie Buchet en Roland Lethem
di 14.05 – 20:30
Mário Peixoto, Brazilië, 1931, zwart-wit, 119’
MET Olga Breno (Woman #1), Tatiana Rey (Woman #2), Raul Schnoor (Man #1)
Limite is een stille avant-gardefilm van de Braziliaanse schrijver Mário Peixoto. Hij maakte de film op 22-jarige leeftijd en het zou zijn enigste film ooit blijven. De moeizame bewaring en restauratie van de enige overlevende nitraatkopij zorgde ervoor dat de film decennia lang niet vertoond kon worden, waardoor hij mythische proporties kreeg. Deze recente restauratie schenkt filmfans de langverwachte kans om the genieten van de tijdloze, visuele poëzie van dit meesterwerk – geïnspireerd door een foto van André Kertész – waarin twee mannen en een vrouw dobberen in een roeiboot op zee. Flashbacks onthullen hun verledens en onderlinge relaties. (LC)
De film wordt ingeleid door Lisa Colpaert
Met live muzikale begeleiding door Tom Van der Schueren.
Controverse en censuur
Het filmmedium is altijd een populair instrument geweest voor maatschappijkritiek en het
opzoeken van controverse. Morele paniek rond de verbeelding van onder andere geweld,
seksualiteit en religie gaan al terug tot de geboorte van het medium. De filmgeschiedenis is
bijgevolg bezaaid met episodes van consternatie en opwinding. Het Film-Plateauprogramma
van de onderzoeksgroep CIMS (Centre for Cinema and Media Studies) eert dit semester de
dwarsliggers en oproerkraaiers die film gebruikten om heikele punten te bespreken of
traditionele waarden aan diggelen te slaan. Dergelijke films worden vaak door
machthebbende instituten beschouwd als een bedreiging voor het morele weefsel van de
samenleving, met als gevolg dat zowel cineast als film soms met vormen van censuur of
andere types repressie te maken krijgen. Het programma behandelt enkele vermaarde en
minder gekende spilpunten van maatschappelijke controverse. Beginnen doen we ditmaal met
een unieke Paul Meyer double bill. Aan de hand van de kortfilm Klinkaart (1956) en het
meesterlijke Déjà s’envole la fleur maigre (1960) eren we de verzetsgeest van één van
Belgiës meest gerenommeerde maatschappijkritische filmers. Omwille van de gevoelige
inhoud werd Klinkaart slechts in verkorte versie op televisie vertoond. Déjà s’envole werd om
zijn portrettering van mijnwerkersfamilies in de Borinage na enkele bioscoopvertoningen
ronduit verboden door de Belgische autoriteiten. Hierna bevaren we een tragische passage van
de Franse filmgeschiedenis met Jean Vigo’s L’Atalante (1934). Wantrouwig na de
censoraanvaringen bij Vigo’s vorige film, Zéro de conduite, greep productiefirma Gaumont
gretig in bij Vigo’s gevoelige schippersfabel. Wat later als meesterwerk zou worden
gelauwerd, werd met een derde verkort en onder een gewijzigde titel uitgebracht. MGM’s The
postman always rings twice (1946) biedt dan weer een interessante case van de stilistische
ontwikkelingen die de grootschalige censuur onder de Hollywood Production Code met zich
meebracht. Het schrikbewind van de Production Code Administration stelde filmmakers voor
een uitdaging als het ging om sensationeel materiaal verfilmen, aangezien expliciete
gewelddaden en moreel ambigue ondertonen ten alle tijden moesten vermeden worden. Met Zabriskie point (1972) bieden we de gelegenheid om een strak gestileerd staaltje tegencultuur
te aanschouwen. De Italiaanse grootmeester Michelangelo Antonioni presenteert de VSA in
een staat van onrust en desorganisatie en sluit zo aan bij de Amerikaanse hippiebeweging. We
sluiten het programma in flamboyante stijl af met Querelle (1982). Deze in pastelkleuren
gedrenkte verfilming van Jean Genets controversiële roman gold als laatst geworpen
dynamietstaaf van de Duitse dissident Rainer Werner Fassbinder. Bovenstaande titels vinden
elkaar terug in een uitdagend programma dat prikkelt, bevraagt en tot kritisch denken stemt.
Aansluitend bij de cursus “Avant-Garde Film en Video” in de bacheloropleiding
Kunstwetenschappen wordt aandacht besteed aan enkele sleutelmomenten van de
experimentele film en aan diverse vormen van interactie tussen film en de beeldende kunsten.
Naast Dziga Vertovs magistrale Man met de camera (1929), die zowat de ultieme
belichaming vormt van de avant-gardistische tendens tot zelfreflectie, omvat het programma
ook diverse andere, minder bekende, stadssymfonieën uit het interbellum. Daarnaast wordt
ook Germaine Dulacs La Coquille et le Clergyman (1927) vertoond, één van de
meesterwerken van de surrealistische cinema, in combinatie met Peter Tscherkassky’s The
Exquisite Corpus (2015), een recente found-footage-film die alludeert op de collectieve
schrijf- en tekentechniek van de surrealisten.
Het programma omvat ook enkele films die zijn ontstaan in de context van de
kunstenaarsbeweging COBRA en enkele recente films die de fascinatie voor de
Hollywoodcinema bij hedendaagse kunstenaars illustreren.
di 02.10 – 20:30
Dziga Vertov, Rusland, 1929, zwart-wit, 66'
De visionair Vertov leverde met deze film niet alleen een verbluffende documentaire af over het alledaagse leven in diverse Sovjet-steden, maar ook een buitengewone uitvoering van zijn Kino-Glaz filmtheorie. Bestaande uit een grandioze waaier van experimentele filmtechnieken vormt Celoveks Kinoapparatom een ode aan de technologie van de film. Beelden van het stedelijk leven worden afgewisseld met beelden van de productie van diezelfde film, van opname tot de receptie van de kijker in de zaal. Op overtuigende wijze demonstreert Vertov dat cinema het uitgelezen medium is om het leven in de moderne metropool te capteren of, anders gezegd, dat de grootstedelijke chaos het filmische onderwerp bij uitstek is. (SJ)
Met live muzikale begeleiding door Tom Van der Schueren.
di 23.10 – 20:30
Jean Vigo, Frankrijk, 1934, zwart-wit, 89’
Hoewel deze Franse filmparel, daterend van 1934, vandaag als mijlpaal in de filmgeschiedenis wordt beschouwd, werd deze pas na Wereldoorlog II naar waarde geschat. Enkele maanden na het uitkomen van Jean Vigo’s eerste langspeelfilm stierf hij op 29-jarige leeftijd. Deze eerder bedroevende productiecontext lijkt ook in de film door te werken. L’Atalante vertelt het bijna onmogelijke liefdesverhaal van een pasgetrouwd koppel, Jean (Jean Dasté) en Juliette (Dita Parlo). Ze beslissen op Jeans binnenschip te gaan wonen en vertrekken richting Parijs om een lading te bezorgen. Deze aanvankelijk als huwelijksreis ogende trip draait echter anders uit. Als exponent van het poëtisch realisme is het niet vreemd dat onvoorziene en soms ietwat fatalistische lotsbeschikkingen centraal staan. Desalniettemin slaagt de onnavolgbare Vigo erin om deze steeds ingewikkeldere knoop langzamerhand los te rijgen met het schitterende figuur van Père Jules (Michel Simon), de bootmeester van het schip. Deze ervaren matroos met wonderlijk veelvoudig en dynamisch karakter, maar gevangen in eigen lichaam, fungeert zo als vleesgeworden anker van het schip en het echtpaar. (EC)
De film wordt ingeleid door Joséphine Vandekerckhove.
di 06.11 – 20:30
Calligraphie Japonaise (Pierre Alechinsky, BE, 1955, zwart-wit, 17’) + Alechinsky d’apres nature (Luc de Heusch, BE, 1970, kleur, 20’) + Dotremont: Les logogrammes (Luc de Heusch, BE, 1972, kleur, 14’)
De verfilming van de kunstenaar aan het werk vormt een belangrijk sub-genre van de kunstdocumentaire – in deze specifieke format wordt niet zozeer de esthetische samenhang van het kunstwerk met behulp van de camera geëxploreerd maar wordt er eerder aandacht besteed aan het creatieproces van het kunstwerk. Deze benadering werd vooral belangrijk in de jaren na de Tweede Wereldoorlog, op het moment dat lyrische abstractie, tachisme en action painting hun hoogtepunt bereiken – stromingen die het persoonlijke handschrift en de krachtige penseelvoering van de kunstenaar celebreren. In dit programma wordt aandacht besteed aan drie films die zijn ontstaan in het kielzog van de
Deens-Nederlands-Belgische COBRA-beweging: Calligraphie japonaise (Pierre
Alechinsky, 1955), Alechinsky d’apres nature (Luc de Heusch, 1970) en Dotremont: Les
logogrammes (Luc de Heusch, 1972). (SJ)
Het programma wordt ingeleid door Karen Kurczynski (University of Massachusetts) en
Joséphine-Charlotte Vandekerckhove (Universiteit Gent).
di 13.11 – 20:30
Michelangelo Antonioni, VSA, 1970, kleur, 110’
Met Zabriskie Point, Antionioni’s tweede Engelstalige film na Blowup (1966), verlegt de Italiaanse cineast zijn focus van de Londense swinging sixties naar de Amerikaanse tegencultuur van de late jaren zestig. De schreeuwerige chaos van Los Angeles en de verzengende heuvels van Death Valley – de archetypische setting van de klassieke western – materialiseren de vervreemding en existentiële leegte die Antonioni’s oeuvre typeren. De tegenstelling tussen stad en woestijn – tussen cultuur en natuur – die in de film vervat zit, past zo binnen een specifiek Italiaans perspectief op het zelfbeeld van de Verenigde Staten als baken van moderniteit dat ook spaghettiwesterns reflecteren. Geweld en gevaar schuilen niet – zoals in veel klassieke westerns – in de ongerepte wildernis, maar in de moderne stad waar individualisme en hebzucht de dienst uitmaken. Antioni’s film bekritiseert niet alleen de mainstream samenleving, maar ook de tegencultuur zelf. De film sloeg minder dan verhoopt aan bij het hippiepubliek waarop MGM gemikt had. Zabriskie Point staat dan ook te boek als een mislukking voor Michelangelo Antioni, en kreeg pas later de erkenning die de film verdiende. (FVL)
Deze film wordt ingeleid door Lennart Soberon.
di 20.11 – 20:30
La coquille et le clergyman (Germaine Dulac, FR, 1928, zwart-wit, 41’) + L’Etoile de Mer (Man Ray, FR, 1928, zwart-wit, 21’ ) + The Exquisite Corpus (Peter Tscherkassky,Oostenrijk, 2015, zwart-wit, 19’)
In La Coquille et le clergyman evoceert de grande dame van het surrealisme Germaine Dulac op basis van een scenario van Antonin Artaud de erotische hallucinaties van een priester die verlangt naar de vrouw van een militair. Via droombeelden en optische effecten creëerde Dulac een experimentele klassieker binnen de trance cinema van het interbellum. Man Ray, Amerikaans fotograaf en cineast, toont in L’Etoile de Mer een liefdesgeschiedenis op basis van versregels van Robert Desnos. De combinatie van schriftuur met opnames uit focus of gefilterd door gebobbeld glas is een typische avant-gardestrategie. Met Kiki de Montparnasse, zijn beruchte Parijse muze! Eén van de meest gekende vormexperimenten van de generatie surrealisten was het cadavre exquis: een schrijf- of tekentechniek waarbij meerdere kunstenaars associatief op elkaar inhaken. De Oostenrijkse found footage cineast Peter Tscherkassky biedt in The Exquisite Corpus een “hard core” reflectie op deze modus operandi vol surrealistische verwijzingen naar onder meer Man Ray via beeldsampling uit commerciële media en pornofilms . (SV)
Met live muzikale begeleiding door Tom Van der Schueren.
di 27.11 – 20:30
Rainer Werner Fassbinder,Duitsland, 1982, kleur, 108’
Als beeldenstormer en bastaardzoon van de Neue Kino filmstroming was Fassbinder nimmer een regisseur die rellen uit de weg ging of zich door moeilijke thematieken liet ontmoedigen. Integendeel, een speelse zucht naar controverse tekende de relatief korte doch uitermate productieve carrière van deze cinefiele schenenschopper. Querelle geldt zowel als de zwanenzang van een begeesterd politiek filmmaker en als piekpunt van diens provocatiepogingen. In de regisseur zijn laatste film – hij bezweek voor de première aan een overdosis barbituraten – wordt Jean Genets schandaalroman uit 1947 op hartstochtelijke wijze tot leven gebracht. Met de hulp van een hyper-expressionistisch kleurenpallet, een hoop expliciet naakt en enkele van de meest voortreffelijke acteurs in de Europese kunstfilm, subverteert Fassbinder stijlvoller dan ooit burgerlijke standaarden van seksualiteit en ethiek. Het resultaat is een lustige koortsdroom die zwelt, zindert en verbeten agressie ademt. Fassbinder maakte de golf van kritiek en ontzetting die de film teweegbracht jammer genoeg niet meer mee, maar had zich hier zonder twijfel kostelijk mee vermaakt. (LS)
Deze film wordt ingeleid door Kinoautomat.
di 04.12 – 20:30
Looking For Alfred (Johan Grimonprez, BE, 2005, kleur, 10’) Gravity (Nicolas Provost, BE, 2007, kleur, 6’)+ Props for Drama: Suspension of Disbelief (Sarah & Charles, BE, 2013, kleur, 14’ )+ Ordinary Things (Rachel Gruijters, BE, 2017, kleur/zwart-wit, 12’)
Sinds de jaren 1990 wordt de hedendaagse kunst gekenmerkt door een zogenaamde Cinematic Turn: grote museumzalen worden niet alleen gedomineerd door de aanwezigheid van geprojecteerde bewegende beelden, vele kunstenaars refereren in hun werken uit verschillende media vaak aan de film en haar rijke geschiedenis. In dit programma worden enkele recente Belgische kunstenaarsfilms vertoond die elk op hun eigen wijze verwijzen naar de klassieke Hollywoodfilm: Looking for Alfred (Johan Grimonprez, 2005), Gravity (Nicolas Provost, 2007), Props for Drama: Suspension of Disbelief (Sarah & Charles, 2013) en Ordinary Things (Rachel Gruijters, 2017), die respectievelijk mediteren op het oeuvre van Alfred Hitchcock, Hollywood kusscènes, musicals uit de jaren 1950 en de filmsterren Bette Davis en Joan Crawford. (SJ)
De vertoning wordt ingeleid door Steven Jacobs en wordt afgesloten met een gesprek met
Rachel Gruijters.
di 11.12 – 20:30
De Steeg (Jan Koelinga, 1932, 12’) + Stramilano (Corrado D’Errico, 1929, 15’30”) + Impressionen vom alten Marseiller Hafen (László Moholy-Nagy, 1929, zwart-wit, 8’50) + Visions de Lourdes (Charles Dekeukeleire, BE, 1932, zwart-wit, 17’)
De jaren 1920 en 1930 markeren een hoogtepunt in de geschiedenis van de stadssymfonie, een experimenteel filmgenre dat de stad eerder als een hoofdpersonage naar voor schuift in plaats van louter decor. Films als Manhatta (1921), Berlin: Die Sinfonie der Grosstadt (1927) en Man met de camera (1929, bij Film-Plateau te zien op 2 oktober) worden voorts gekenmerkt door een hoge graad van abstractie die herinnert aan de avant-gardistische experimenten in de toenmalige schilderkunst en fotografie. Bovendien creëren deze stadssymfonieën een gefragmenteerd en een caleidoscopisch beeld van de industriële metropool en ze organiseren hun beelden aan de hand van een ritmische en associatieve montage die muzikale structuren oproept. Ter gelegenheid van de publicatie van het boek ‘The City Symphony Phenomenon: Cinema, Art, and Urban Modernity between the Wars’ (2018) van Steven Jacobs, Anthony Kinik en Eva Hielscher, worden de volgende stadssymfonieën getoond: De Steeg (Jan Koelinga, 1932); Stramilano (Corrado D’Errico, 1929); Impressionen vom alten Marseiller Hafen (LászlóMoholy-Nagy, 1929); en Visions de Lourdes (Charles Dekeukeleire, 1932). (SJ)
Het programma wordt ingeleid door Steven Jacobs en Eva Hielscher.
Met live muzikale begeleiding door Johan Derycke
Al sinds zijn prille beginjaren geldt film als een krachtig medium voor het verbeelden van het verleden en het schrijven van geschiedverhalen. Als belangrijke culturele site helpt film geschiedenis uit gebeurtenis en herinnering te kneden. Deze narratieven kunnen ons beeld van het verleden zowel bekrachtigen als ondergraven, en helpen zo het collectieve historisch bewustzijn mee vorm te geven. Het CIMS-programma voor Film-Plateau staat dit semester in het teken van film als geschiedschrijver en de vele kronieken die de cinema rijk is. We gaan van start met Marcel Carné’s Le Jour se lève (1939). Dit poëtisch-realistische pronkstuk werd na de release verbannen door de Vichyregering en aan coupures onderworpen op grond van diens demoraliserende aard. Als onderwerp van maatschappelijke contestatie en controverse ging de film zo de geschiedenis in als een gekend slachtoffer van de Duitse bezetting. De aanloop, strijd en afwikkeling van de Tweede Wereldoorlog vormde overigens een rijke basis voor narratieve fictie en documentaire cinema. Dit wordt geïllustreerd in La Traversée de Paris (1956), waar de Franse collaboratie met kogels en kolder gehekeld wordt. Evenals in Hitler’s Reign of Terror (1934), een Amerikaanse propagandadocumentaire gericht op het behoeden van de internationale gemeenschap voor Hitlers recente machtsgreep. Het onduidelijke onderscheid tussen historische captatie en in scène gezette reproductie opent interessante discussies over de gevaren en verantwoordelijkheden van documentaire cinema. Deze thematieken worden verder verkend met een double bill van en over de Belgische etnograaf-cineast Robert de Wavrin. In Au Pays du scalp (1931) worden we met koloniale blik rondgeleid bij verschillende stammen uit het Amazonegebied. Dergelijke historische sentimenten worden vervolgens met een hedendaagse blik opnieuw geëvalueerd in de recente filmhistoriografische documentaire Le Marquis de Wavrin, du manoir à la jungle (2017). Een programma dat rond de creatie van historische kronieken handelt, kan tevens het genre van de biopic niet missen. Clint Eastwoods Bird (1988) is dan ook exemplarisch voor het canoniseringsproces van kunstenaars, hier met jazzlegende Charlie Parker als case. Ook in de klassieker van eigen bodem Daens (1992) gelden dergelijke dynamieken van moderne legendevorming. Voeg daar een vertoning van Erich von Stroheims legendarische filmepos Greed (1924) aan toe, en je krijgt alweer een verzameling films waar menig filmliefhebber zijn hart aan kan ophalen.
Het filmprogramma van de Kunstwetenschappen bestaat dit semester uit twee separate onderdelen – kunstdocumentaires over Congolese kunst en stadssymfonieën – die allebei aansluiten bij recente onderzoeksprojecten van Steven Jacobs, Birgit Cleppe, Joséphine Vandekerckhove en Eva Hielscher.
Drie koloniale blikken op Congolese kunst combineert drie kunstdocumentaires gemaakt door de Belgische regisseurs Hélène Schirren en Gérard De Boe en de beroemde Franse cineasten Alain Resnais en Chris Marker (denk ook aan L’Année dernière à Marienbad (1961) en Le Joli Mai uit 1963). De films bieden elk een verschillende blik op de collectie van het voormalige Koninklijk Museum van Belgisch Kongo in Tervuren, tegenwoordig het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika dat na een renovatieperiode van vier jaar in 2018 zijn deuren weer zal openen. Als West-Europeanen benadrukken de vier filmmakers diverse aspecten van Congolese kunst en cultuur en geven daarbij ook een specifiek tijdsbeeld uit de jaren voor de onafhankelijkheidsverklaring van Congo in 1960.
De stedenfilms Rien que les heures (1926) en Markt in Berlin (1929) tonen twee verschillende vormen van het genre van de stadssymfonie, dat in het interbellum tot een ware city symphony hype leidde: De film van Cavalcanti over Parijs laat een narratieve aanpak van het city symphony formaat zien – een film die in zijn proloog trouwens ook naar schilderkunst en fotografie verwijst en beklemtoont dat film een tegenpool en verbetering ten opzichte van deze kunstvormen betekend wat de verbeelding van de stad betreft – terwijl de Berlijn-film van Basse een experimentele, documentaire benadering volgt. Allebei behoren ze tot de hoogtepunten van het genre en tonen tegelijkertijd dat de stadssymfonie veel meer is dan alleen Berlin. Die Sinfonie der Grosstadt (1927) en De man met de camera (1929).
In een unieke vertoning van Johannes Holzhhausens Das grosse Museum (2014) brengen we tenslotte de thema’s film, architectuur en het verzamelen en exposeren van kunst samen. Centraal staat het wereldberoemde Kunsthistorische Museum in Wenen en de activiteiten achter de schermen van het museum. De film sluit aan bij het thema van de Jokerweek, een projectweek waarvoor de opleidingen Kunstwetenschappen en Architectuur voor het eerst de handen in elkaar slaan. De Jokerweek staat dit jaar in het teken van de kunstcollectie van de UGent.
di 13.02 – 20:30
Marcel Carné, Frankrijk, 1939, zwart-wit, 93’
MET Jean Gabin (François), Jules Berry (Valentin), Arletty (Clara), Bernard Blier (Gaston)
Na het veelgeprezen Le Quai des brumes (1938) leverde de Franse topregisseur Marcel Carné in 1939 met Le Jour se lève opnieuw een poëtisch-realistisch pareltje af. Schipperend tussen een ménage à trois liefdesdrama en een schurk-sluit-zich-op-in-een-gebouw-thriller, krijgen we via flashbacks steeds meer inzicht in waarom hoofdpersonage François (Jean Gabin) zijn liefdesrivaal Valentin (Jules Berry) neerschoot. Los van het cinematografische, zijn er nog andere redenen waarom Le Jour se lève zich een plaatsje in de filmgeschiedenisboeken heeft veroverd. Zo werd de film in 1940 verboden door het Vichyregime omdat het verhaal het bezette Frankrijk verder zou demoraliseren. In 1947 ging RKO Radio Pictures nog een stap verder. Met het oog op een Hollywoodremake (The Long Night) haalde de Amerikaanse filmproducent de distributierechten van Le Jour se lève binnen, met als doel om elke filmrol ervan te vernietigen. Even werd gevreesd dat het bedrijf in haar opzet was geslaagd, maar dat bleek uiteindelijk niet het geval te zijn. Gelukkig maar, anders had u deze topfilm moeten missen. (DO)
De film wordt ingeleid door Lennart Soberon.
di 20.02 – 20:30
Michael Mindlin & Cornelius Vanderbilt IV, Verenigde Staten, 1934, zwart-wit, 65’
Journalist en uitgever Cornelius Vanderbilt IV stond in 1934 samen met regisseur Michael Mindlin in voor wat als de eerste Amerikaanse anti-nazifilm wordt beschouwd. De propagandistische documentaire is een van die films die filmkenners van elk allooi bekoort. Theoretici kunnen zich buigen over de verwevingen tussen feit en fictie: de film bestaat uit nieuwsfragmenten, ter plaatse gedraaid documentairemateriaal en zorgvuldige re-enactments. Zo geeft de film wel een waarachtige, maar daarom niet per se waarheidsgetrouwe blik op de machtsovername door de nazi’s. Cinefielen met een hart voor de politieke implicaties van hun geliefkoosde medium vinden ook hun gading. In de Verenigde Staten veroorzaakte de prent anekdotische relletjes tussen censuurcommissies en nazidiplomaten, die de film om weinig verrassende redenen liever niet in circulatie zagen. Maar vooral voor de Belgische liefhebber is dit een bijzondere vertoning. Het is immers in Cinematek dat recent de enige kopie van deze lang verloren gewaande film opdook. (FV)
De film wordt ingeleid door Eva Hielscher.
di 27.02 – 20:30
Shirley Clarke, VS, 1967, zwart-wit, 105'
MET Jason Holliday (Jason Holliday)
Deze cultfilm was lange tijd nauwelijks te zien in het vertonercircuit, maar nu is er een prachtige restauratie beschikbaar op DCP. De ultieme film over het fenomeen van de “performer”, een half fictionele film over Jason Holliday, een Afro-Amerikaanse homoseksuele performer die de camera opvrijt, en het publiek doet lachen en huilen tegelijk. De Amerikaanse indie-cineast Shirley Clarke (denk John Cassavetes maar experimenteler) liet hem een nacht lang vertellen: één doorlopend interview over het leven op straat, racisme, homofobie en het verlangen naar roem. Niemand minder dan Ingmar Bergman vond dit één van de meest uitzonderlijke films die hij ooit had gezien. (SV)
di 06.03 – 20:30
Claude Autant-Lara, Frankrijk, 1956, zwart-wit, 80’
MET Jean Gabin (Grandgil), Bourvil (Marcel Martin), Louis de Funès (Jambier)
Deze Frans-Italiaanse coproductie uit 1956 speelt zich af in het bezette Parijs tijdens de Tweede Wereldoorlog. Gebaseerd op de gelijknamige novelle van Marcel Aymé vertelt La Traversée de Paris het verhaal van een werkloze taxichauffeur die via het uitvoeren van schimmige zaakjes tracht te overleven. Op een gegeven moment moet hij ’s nachts een illegaal geslacht varken door Parijs zien te smokkelen. Zijn compagnon de route is aangehouden, waardoor hij genoodzaakt is een wildvreemde te rekruteren in een bar. De twee komen vervolgens in allerlei hachelijke situaties terecht, hetgeen overigens sterk op de lachspieren werkt. Dit alles levert finaal een misschien nogal klassieke buddy-comedy op, maar dan wel in de vorm van een soort groteske schelmenklucht. Regisseur Claude Autant-Lara gaat zo op komische wijze in de aanval tegen een gitzwarte oorlog, met humor als wapen en een dolkomisch lichtspektakel als gevolg. Dit hoogtepunt van de Franse cinema uit de jaren 1950 weet zo het sombere Parijs te herscheppen tot Ville Lumière. (EC)
za 10.03 – zo 11.02
Info en programma www.cinea.be
Ook in 2018 duiken we gedurende een etmaal onder in de cinema, met recente restauraties én een resem vertoningen op 35mm, stuk voor stuk parels uit de rijke collectie van CINEMATEK, die zelden buiten de muren van het filmarchief te zien zijn! Het thema voor deze collectieve retraite in de donkere zaal met het zilveren scherm is (oh ironie): NO EXIT!
We gidsen je doorheen de verbeelding van gesloten en open ruimtes bevolkt door personages die fysiek of mentaal vastzitten. Breng je tandenborstel en pyjama mee, en maak je klaar voor onze cinefiele marathon, een trip van 24u door de filmgeschiedenis.
di 13.03 – 20:30
Clint Eastwood, Verenigde Staten, 1988, kleur, 161’
MET Forest Whitaker (Charlie “Bird” Parker), Diane Venora (Chan Parker), Michael Zelniker (Red Rodney), Samuel E. Wright (Dizzy Gillespie)
“Every musician I know hated Bird, […] the film was so dark you couldn’t see a damn thing. … On all fronts, Bird just rang false,” zo schreef Spike Lee. Hij moet echter een van de weinigen zijn geweest die Clint Eastwoods 1988 biopic over Charlie “Bird” Parker, de legendarische jazz alt-saxofonist die een revolutie in de jazzmuziek betekende, niet kon smaken. De film werd namelijk positief onthaald, met gerenommeerde filmprijzen als gevolg, waaronder een Oscar, een Golden Globe en de prijs voor beste acteur in Cannes. De film is hypnotiserend, donker en probeert – met succes – elk cliché van de zelfdestructieve kunstenaar/artiest (die Charlie Parker écht was) uit de weg te gaan. Eastwoods persoonlijke liefde voor de jazz en “Bird” spatten van het scherm en het fantastische geluidswerk van Lennie Niehaus maakt van Parkers geniale improvisatiewerk een haast revolutionaire luister- en kijkervaring. (RM)
De film wordt ingeleid door Reuben Martens.
vr 16.03 – 20:00
Locatie: filmzaal Paddenhoek 3
Inschrijving noodzakelijk via film-plateau@ugent.be
Jubel, juich, verheug en verzamel, de nieuwste editie van de Film-Plateau Filmquiz is een feit. Voor de vierde maal op rij rolt Film-Plateau de rode loper uit naar jonge filmliefhebbers voor een avondje filmgefocust wapengekletter. Quizvragen, kwinkslagen, verbroederingen en verwijten komen op epische wijze samen op dit cinefiele strijdveld vol pittige rondes en prachtige prijzen. Van popcorn pulp tot Poolse arthouse, de verscheidenheid van cinema wordt gevierd met vragen van wisselend type en niveau. Sla de agenda dus open op 16/03, stel een Spartaans trainingsschema op en filter je vriendenkring voor waardige filmquizcollega’s.
Inschrijven kan per groep (max. 4 personen) door een passende groepsnaam, de namen van de deelnemers (alleen UGent studenten en alumni jonger dan 30), je opleiding en hun studentenkaartnummers door te sturen naar film-plateau@ugent.be. De prijs per groep bedraagt 10 euro, betalen doe je aan de kassa. Reserveer snel want er worden slechts 20 groepen toegelaten. De quiz gaat door in de filmzaal op de Paddenhoek en start om 20:00 stipt. (SV)
di 20.03 – 20:30
Hélène Schirren, België, 1939, zwart-wit, 33’ + Gérard De Boe, België, 1953, zwart-wit, 12’ + Alain Resnais, Chris Marker, Frankrijk, 1953, zwart-wit, 30’
De drie films in dit programma werpen elk een andere blik op de kunstcollectie van het toenmalige Koninklijk Museum van Belgisch Kongo in Tervuren. Allemaal werden ze geproduceerd door blanke, westerse cineasten tijdens de laatste decennia die de Congolese onafhankelijkheid van 1960 voorafgaan. Toch verbeelden ze sterk uiteenlopende gezichtspunten op de Congolese kunst en op de Afrikaanse cultuur in het algemeen.
Tervueren, Musée du Congo Belge werd geproduceerd in opdracht van het Koloniaal Fonds voor Economische en Sociale Propaganda en is een triomfantelijke cinematografische excursie doorheen de collectie van wat in de film “le plus grand musée colonial du monde” wordt genoemd. De film moest het museum in beeld brengen als een wetenschappelijke instelling, waar alle rijkdommen uit de kolonie – sculpturen, maskers en muziekinstrumenten, maar ook grondstoffen, insecten en opgezette zoogdieren – uitgebreid bestudeerd, gearchiveerd en tentoongesteld werden. Ook de verwezenlijkingen van de Belgische aanwezigheid in Congo worden met ongegeneerde trots bejubeld. Toonbeeld van koloniale propaganda lijkt de film, zoals het museum zelf, in de eerste plaats een poging tot legitimatie van het Belgische koloniale project.
Net als Hélène Schirren, werkte ook Gérard De Boe lange tijd als cineast in dienst van de Belgische overheid voor de productie van koloniale propagandafilms. Elle sera appelée femme produceerde hij echter op eigen initiatief en de film is veeleer persoonlijk en poëtisch van aard. De montage van theatraal uitgelichte sculpturen brengt klassieke, westerse kunstdocumentaires uit dezelfde periode in herinnering als Henri Alekans L’Enfer de Rodin (1949). Uit de film spreekt zeker een oprechte appreciatie voor de esthetische waarde van de sculpturen. Niettemin schetst De Boe, die zich thematisch beperkt tot voorstellingen van de Congolese vrouw, een stigmatiserend beeld van een primitieve maatschappij waar het lot van vrouwen beperkt lijkt tot slavernij, de voortplanting en het moederschap. Zo blijft Elle sera appelée femme, niet in het minst ook door de voice-over waarin teksten uit de Bijbel worden gereciteerd, onmiskenbaar een tijdsdocument dat het auteurschap van een Belgisch koloniaal verraadt.
Deels gebaseerd op de sculpturencollectie van Tervuren, formuleert het essayistische Les Statues meurent aussi van de Franse cineasten Alain Resnais en Chris Marker een virulente kritiek op de dan gangbare visie op Afrikaanse kunst. Zo vangt de film aan met de vraag “Pourquoi l’art nègre se trouve-t-il au musée de l’Homme alors que l’art grec ou égyptien se trouve au Louvre?” Daarenboven stelt de film, gemaakt in opdracht van het antikoloniale tijdschrift Présence Africaine, de commercialisering van de Afrikaanse cultuur aan de kaak. In 1954 bekroond met de Prix Jean Vigo, werd Les Statues meurent aussi desondanks verboden in Frankrijk en zal ze er pas in 1968 voor het eerst in haar totaliteit worden vertoond. (BC)
Het programma wordt ingeleid door Birgit Cleppe.
di 27.03 – 20:30
Johannes Holzhausen, Oostenrijk, 2014, kleur, 94’
De Oostenrijkse documentairemaker Johannes Holzhausen biedt een bijzonder intrigerende en fijnzinnige blik achter de monumentale façade van het wereldberoemde Kunsthistorisches Museum in Wenen. In een contemplatieve stijl van direct cinema – zonder off-screen commentaarstem, interviews en achtergrondmuziek – observeert hij de dagelijkse routine van het museum dat onderhevig is aan een groots renovatieproces. De glijdende camerabewegingen absorberen niet alleen de grandeur van de museale architectuur, maar registreren ook de microkosmos waarbinnen het veelzijdige personeel met een oprechte toewijding met de collectie omgaat. Bevlogen discussies over de typografie van het nieuwe logo, een geëmotioneerde curator die op het punt staat op pensioen te gaan, schoonmakers die met een minutieuze precisie de schaamdelen van Canova’s Theseus afstoffen en een werknemer die geanimeerd door de eindeloze gangen van het museum stept. Doorheen de ogen van de charismatische museumwerknemers exploreert Holzhausen op een subtiele en humoristische wijze hoe een contemporaine culturele instelling omgaat met noties als integriteit, concurrentiedruk, vergankelijkheid en (nationale) identiteit. (JV)
De film wordt ingeleid door Joséphine Vandekerckhove.
di 17.04 – 20:30
Robert de Wavrin, België, 1931, zwart-wit, 75’ + Grace Winter, Luc Plantier, België, 2017, 86’
Deze double bill katapulteert de kijker naar een vergeten stuk koloniale filmgeschiedenis van België, met in de hoofdrol de excentrieke Belgische etnograaf-cineast Robert de Wavrin (1888-1971). Deze graaf en latere markies onderneemt tussen 1913 en 1937 ontdekkingsreizen naar indianenstammen in de stroomgebieden van de Amazone en de Orinoco. Naast geschriften en foto’s documenteert de Wavrin zijn verkenningen aan de hand van films. Zijn meest ambitieuze prent is Au Pays du scalp, een avondvullende etnografische documentaire die voor opschudding zorgde omdat hij inzoomde op de praktijk van gekrompen hoofden, een overwinningsritueel bij Zuid-Amerikaanse indianenstammen in het Amazonebekken. De Braziliaanse filmmaker Alberto Cavalcanti die in de jaren 1930 één van de toonaangevende figuren van de Britse documentaire cinema werd, deed de montage voor deze film.
Het filmwerk van de Wavrin kwam terecht in het Koninklijk Belgisch Filmarchief, waar het grotendeels onaangeroerd bleef tot filmarchivaris Grace Winter er zich op stortte. Na jarenlang onderzoek maakte ze samen met Luc Plantier de bio-doc Le Marquis de Wavrin, du manoir à la jungle. Dit sterk staaltje filmhistoriografie geeft de Wavrin niet alleen een plaats in de Belgische filmgeschiedenis, maar onderstreept ook zijn belang als pionier van de Westerse etnografische cinema. (DB)
Het programma wordt ingeleid door Bruno Mestdagh (CINEMATEK).
di 24.04 – 20:30
Erich von Stroheim, Verenigde Staten, 1924, zwart-wit, stil, 140’
MET Gibson Gowland (McTeague), Zasu Pitts (Trina), Jean Hersholt (Marcus), Dale Fuller (Maria)
Film-Plateau richt samen met Gents filmcollectief Kinoautomat een avond kijk- en luistergenot in. Deze vertoning geldt als het startschot in een reeks van bredere vertoningen rond de vele klanken van de stille film. Vertrekkend vanuit het adagium dat stille film nooit stil was, wordt het veelvoud van begeleidingspraktijken die de cinema in de jaren voor geregistreerd geluid tot leven brachten verkend. Als startschot zorgen de virtuoze vingers van huispianist Tom Van der Schueren voor een klassieke pianobegeleiding van het iconische Greed (1924). Erich von Stroheims even mythische als megalomane magnum opus biedt een gitzwarte blik op menselijke feilbaarheid in het gezicht van hebzucht en verlangen. Vermoeid van de cinematografische chocolate éclairs waarmee Hollywood zijn publiek opzadelde had Stromheim een 462 minuten durende cut voor ogen die de beruchte roman van Frank Norris, McTeague (1899), tot filmische tour de force zou omtoveren. Deze artistieke visie werd door zijn producenten ondermijnd waardoor men de film hevig inkortte, maar desalniettemin kan ook de verknipte versie doorgaan als een onmiskenbaar meesterwerk. (LS)
Met live pianobegeleiding door Tom Van der Schueren.
De film wordt ingeleid door Kinoautomat.
di 08.05 – 20:30
Alberto Cavalcanti, Frankrijk, 1926, zwart-wit en tinting, stil, 47’ + Wilfried Basse, Duitsland, 1929, zwart-wit, stil, 23’
MET Blanche Bernis (prostituee), Nina Chousvalowa (krantenverkoopster), Philippe Hériat (pooier), Clifford McLaglen (matroos)
Het genre van de stadssymfonie, dat in het interbellum zijn bloeitijd had, wordt over het algemeen geassocieerd met experimentele documentaires, die een fictief verhaal expliciet afkeuren. Er zijn echter ook een aantal van deze stedenfilms die een brug slaan naar de fictiefilm. Rien que les heures is vermoedelijk het bekendste voorbeeld hoewel de fictieve kwaliteiten ervan vaak genegeerd worden.
Op hetzelfde moment dat Walther Ruttmann met Berlin. Die Sinfonie der Grosstadt bezig was, werkte de Braziliaan Alberto Cavalcanti in Parijs aan een impressionistisch filmportret over Montmartre en zijn inwoners. Hij volgt daarbij in de loop van één dag het leven van een vijftal personages die bepaalde grootstedelijke types representeren: een prostituee, haar pooier, een krantenverkoopster, een matroos en een oude vrouw. Het zijn de underdogs van Parijs en Cavalcanti schenkt ook aandacht aan hun sociale condities in de grote stad waar ook eenzaamheid en criminaliteit een rol spelen. In tegenstelling tot de drukke straten en mensenmassa’s in Ruttmanns Berlin en Dziga Vertovs De man met de camera zijn het in Rien que les heures vooral de lege, nauwe en oude straten die het stadsbeeld bepalen. Toch komt ook de Eiffeltoren op een experimentele manier in de proloog aan bod.
Markt in Berlin kan dan weer als een échte experimentele, documentaire stadssymfonie worden beschouwd. Wilfried Basse’s film focust op een specifieke locatie in de stad – namelijk de Wittenbergplatz in Berlijn – en de activiteiten op en rond de markt. Vooral de scène die de opbouw van de markt in de ochtend toont, werd door toonaangevende filmcritici geprezen. Eén van hen was Rudolf Arnheim die later beweerde dat hij een dronkenman in de film speelde. Zelfs de scherpste ogen van de beste filmhistorici hebben hem echter niet kunnen ontdekken. Jij misschien wel? (EH)
Met live pianobegeleiding door Tom Van der Schueren.
Het programma wordt ingeleid door Eva Hielscher.
di 15.05 – 20:30
Stijn Coninx, België, 1992, kleur, 138’
MET Jan Decleir (Adolf Daens), Gérard Desarthe (Charles Woeste), Antje de Boeck (Nette Scholliers), Michael Pas (Jan De Meeter)
Reeds aan het begin van de jaren 1980 werkte Robbe De Hert aan een scenario naar Louis Paul Boons Pieter Daens (1971), een documentaire roman over “hoe in de negentiende eeuw de arbeiders van Aalst vochten tegen armoede en onrecht,” zoals de ondertitel van Boons boek luidt. De Hert koos ervoor niet de drukker Pieter Daens, maar wel zijn broer priester Adolf Daens en diens sociaal-politieke strijd en problemen met de katholieke kerk centraal te stellen. Het filmproject wilde maar niet van de grond komen, waarna De Hert het in 1989 afstond aan producent Dirk Impens. Die engageerde Stijn Coninx om zich na twee immens succesvolle Urbanus-komedies te wagen aan een historisch epos waarin Jan Decleir op heroïsche wijze gestalte geeft aan de priester-politicus. De film werd met 848.000 Belgische bioscoopbezoekers een groot binnenlands succes en sleepte als kroon op het werk een Oscarnominatie voor “Beste Anderstalige Film” in de wacht. 25 jaar na Daens’ eerste bioscoopvertoning in 1992 zorgde Cinematek voor een digitale restauratie van deze klassieker uit de Belgische cinema. (GW)
De film wordt ingeleid door Gertjan Willems.
Gedurende het hele jaar 2017 verdiept de programmatiekern van Film-Plateau zich in de twintig voorbije jaren van de universitaire filmclub. Vorig semester haalden we enkele prachtige publiekslievelingen boven die volle zalen trokken en die een symbolische rol hebben in de geschiedenis van onze werking. Ook dit semester zochten we enkele memorabele titels samen die tot onze eigen favorieten behoren. We kozen voor films die binnen het filmhistorisch onderwijs aan de vakgroep Communicatiewetenschappen grote genres vertegenwoordigen en boegbeelden zijn van heel specifieke strekkingen binnen de nationale cinema. Zo staat Oktober (Sergei Eisenstein,1928) op het programma als voorbeeld van de Russische montagetechnieken, en kozen we het adorabele Nanook of the North van Robert J. Flaherty als cruciaal binnen de ontwikkeling van de documentaire vorm. Het Italiaanse neorealisme komt aan bod met Paisà (1946) van Roberto Rossellini, tegelijk beklijvend oorlogsdrama en sociologische studie. De Neue Kino heeft als belangrijkste vertegenwoordiger Rainer W. Fassbinder, die ook voor de theaterwetenschappers een ronkende naam is. Die bitteren Tränen der Petra von Kant (1972) is een kammerspiel rond een naargeestige lesbische machtsrelatie, gemaakt in het toen nog verscheurde Duitsland. Zoals steeds staan er heel wat inleidingen op het programma door docenten en onderzoekers van de vakgroepen Kunstwetenschappen en Communicatiewetenschappen, en worden de stille films van een nieuwe soundtrack voorzien door onze huispianist.
Niet te missen evenementen!
Enkele programma-avonden ontstaan vanuit een samenwerking met culturele partners en zusterbioscopen. Film-Plateau stimuleert al twintig jaar studenten om Gent als filmstad met meerdere arthouse bioscopen te ontdekken. Onze openingsavond staat in het teken van de boekpublicatie Skopiumschuivers – de dolle jaren van Studio Skoop 1970 – 1982 en het bredere culturele leven in Gent, een bundel met recente teksten van onder andere leden uit onze eigen programmatiekern. In 1971 opende stichter Ben ter Elst zijn bioscoop met de Poolse cultfilm Goto, l’île d’amour van Walerian Borowczyk. Onze vertoning hiervan op 3 oktober zal een feestelijke duik zijn in het Gentse filmverleden onder curatorschap van Edwin Carels, en we raden iedereen aan om te genieten van het vier weken durende eerbetoon aan Studio Skoop op verschillende locaties, waaronder de Zwarte Zaal van de School of Arts, waar lezingen en performances doorgaan.
31 oktober staat met stip in de agenda want KASKcinema en Film-Plateau nodigen de nachtuilen die niet vies zijn van een spatje bloed uit voor een triple bill met zowel recent horrorvoer als de inktzwarte griezelklassieker Frankenstein (1931) van James Whale. Tot in de late uurtjes kan je temidden van gelijkgestemden voorzien van vampiertanden en pompoenen schaamteloos Halloween vieren.
De studenten van het Conservatorium zijn te gast op maandag 11 december voor een nieuwe editie van Filmtonen. In dit programma dagen we de muzikanten uit om een bijzondere film zonder geluid te voorzien van nieuwe klanken onder leiding van docent Bart Maris. De ultieme held van het komische genre in het stille filmtijdperk,Charlie Chaplin, staat centraal in een bijzonder gerestaureerd filmpakket van Cinematek met drie van zijn vroege kortfilms.
Elke vertoning binnen de cyclus Film en beeldende kunst belicht een andere manier waarop cineasten met de representatie van kunst in cinema experimenteren. In de kunstdocumentaires Thema’s van inspiratie (Charles Dekeukeleire, 1938) en Rubens (Henri Storck en Paul Haesaerts, 1948) wordt de statische natuur van het medium schilderkunst met een duizelingwekkend schouwspel van montage- en animatietechnieken in bewegend beeld omgezet. Russian Ark (Aleksandr Sokurov, 2002) is een bezwerende meditatie op het museum, waarbij Sokurov zijn camera in een 96 minuten durend single shot door het Hermitage in Sint-Petersburg laat reizen. Gustav Deutsch, tot slot, kiest voor een letterlijke enscenering van de kunstwerken van Edward Hopper op het witte doek. Zijn Shirley: Visions of Reality (Gustav Deutsch, 2013, 93’) rijgt dertien van Hoppers tableaus in een episodische structuur aaneen en kan begrepen worden als een filmisch eresaluut aan het oeuvre van de New Yorkse schilder. De cyclus kadert in een onderzoeksseminarie aan de masteropleiding Kunstwetenschappen onder leiding van professor Steven Jacobs.
di 03.10 – 20:30
Walerian Borowczyk, Polen, 1969, zwart-wit / kleur, 93’
“Goto is een eiland waar het leven vreemd, wreed, heftig en kort is. De film ademt tegelijk de sfeer van Dantes Hel, en die van de Tuin der Lusten van Jeroen Bosch.” Met deze korte omschrijving op een gestencild A4-tje lokte Ben ter Elst in september het publiek naar zijn eerste filmvoorstelling. Zijn lokaal heette toen nog ‘theater One- center for linguistic research vzw’’, en het Sint-Annaplein nog het Jacob van Arteveldeplein. Vanaf januari 1971 werd het Studio Skoop en begon de reputatie van de plek te groeien.
Deze vertoning sluit aan bij de voorstelling van het boek Skopiumschuivers – de dolle jaren van Studio Skoop 1970 – 1982 en het bredere culturele leven in Gent, een bundel met recente teksten met onder meer bijdragen van de UGent-medewerkers Daniël Biltereyst, Rik Pinxten, Dirk Demeyer, Dirk Voorhoof en Lennart Soberon.
Tegelijk loopt er in de Zwarte Zaal van de School of Arts een gelijknamige tentoonstelling waarin de betekenis van die pionierstijd voor de huidige generatie wordt aangekaart, en dit zowel op het gebied van de film, theater, beeldende kunst als maatschappelijke actie. Aan de hand van gesprekken, projecties, performance en muziek wordt op vier donderdagavonden de impact van Studio Skoop afgewogen en geactualiseerd.
Los van het anekdotische blijft de allereerste film die ooit in Studio Skoop vertoond werd zondermeer een cultfilm, die onlangs nog in gerestaureerde versie werd heruitgebracht. Borowczyks macabere humor wordt uitzonderlijk gestileerd gebracht in een grotendeels getemperd zwart-wit. Een neutrale uitlichting, cadrages zonder perspectief, altijd vanop afstand en frontaal gefilmd lijkt deze film vol rituele handelingen als uit bewegende grafiek opgebouwd. De acteurs bewegen zich voort als geanimeerde, gegijzelde personages. En toch is deze parabel over een imaginaire dictatoriale staat ook een liefdesverhaal, waarin passie via een uitgepuurde mise-en-scène wordt binnen gesmokkeld. (Edwin Carels)
Het boek S K O P I U M S C H U I V E R S verschijnt in september 2017.
De gelijknamige tentoonstelling met affiches, foto’s en documenten start op 28 september en loopt tot 22 oktober 2017, in de Zwarte Zaal van de School of Arts op de Bijloke. Openingsuren van woensdag tot zondag van 12u tot 18u, op donderdag tot 23u.
di 24.10 – 20:30
Gustav Deutsch, Oostenrijk, 2013, kleur, 92’
Dertig jaar Amerikaanse geschiedenis wordt verteld via tableaux waarin de vrouw Shirley de hoofdrol speelt. De episodes worden gebald in reanimaties van schilderijen van Edward Hopper. Deze ode aan de Amerikaanse modernist wiens oeuvre hoogst filmisch oogde en heel wat cineasten inspireerde, benadrukt het onlosmakelijke verbond tussen de audiovisuele en beeldende kunsten. Het bijzondere licht, de geabstraheerde figuurschetsen en uitgesproken kleuren worden indrukwekkend vertaald naar een bewegende beeldcompositie. Gustav Deutsch verraste met deze strak gecomponeerde film na een uitgebreide carrière uitgebouwd te hebben als found footage filmmaker. De eigenheden van het medium film staan meestal centraal in zijn knappe experimentele cinema gebaseerd op documentair materiaal zoals de serie Film Ist. (1998-2002) en Welt Spiegel Kino (2005). De muziek in Shirley is van Christian Fennesz. (SV)
di 31.10 – 20:30
i.s.m. KASKcinema
Op 31 oktober is het weer zover: Halloween. Night of the Horror is er om je zinnen scherp te stellen, je nachtmerries te verbeelden en je bloeddorst te stimuleren. Deze triple bill, georganiseerd door KASKcinema i.s.m. Film-Plateau is een mix van gruwelijke ontvoeringen, old school body horror avant-la-lettre en gore gore meisjes.
20:30 | Hounds of Love (Ben Young, Australië, 2017, kleur,108’)
MET Emma Booth (Evelyn), Ashleigh Cummings (Vicki), Stephen Curry (John)
Wij zijn fan van de Australische genrecinema. Met recente films als Wolf Creek, The Babadook en Snowtown bewezen ze down under (Amerikaanse) genreconventies machtig te zijn, zonder zich te laten afgrenzen door morele bezwaren. Australische horrorfilms zijn vaak brutaal, opvallend gevoelig, origineel. Hounds of Love is alvast alledrie. De originaliteit zit hem in het dubbele perspectief: we volgen de ontvoering en de opsluiting van een jonge vrouw door de ogen van het slachtoffer, maar ook door die van de daders, een gestoord koppel in een relatiecrisis. En zo wordt Hounds of Love niet enkel een nagelbijtend spannende horrorthriller (“This movie grabs you by the throat and squeezes” schreef een recensent), maar ook relatiedrama van de vreemdere soort. (BL)
22:30 | Frankenstein (James Whale, VS, 1931, zwart-wit, 70’)
MET Boris Karloff (monster), Colin Clive (dr.Frankenstein), Mae Clarke (Elisabeth)
Film-Plateau levert voor deze nu al gedenkwaardige avond het historische ingrediënt waar vele horrorfilmers zich door hebben laten inspireren. De gothic klassieker van schrijfster Mary Shelley ligt aan de basis van het script voor Frankenstein uit 1931. Een ‘mad scientist’ knutselt met lichaamsdelen en raakt de trappers kwijt. Door een blikseminslag komt het beest tot leven: it’s alive! Ja, deze gekende kreet vindt hier zijn oorsprong. Het startschot voor de Frankensteinsaga waarbij het monster gespeeld wordt door cultacteur Boris Karloff. Brandend actueel is deze knappe griezelfilm nog steeds in tijden van de maakbare mens en de onvoorstelbare wetenschappelijke vooruitgang. (SV)
00:15 | The Gore Gore Girls (Herschell Gordon Lewis, VS, 1972, kleur, 81’)
MET Frank Kress (Abraham Gentry), Amy Farrell (Nancy Weston), Hedda Lubin (Marlene)
‘Night of the Horror’ eindigen we traditioneel met een compleet over-the-top, down-the-hill splatterkomedie. Dat is dit jaar The Gore Gore Girls, een uitzinnige Amerikaanse film van Herschell Gordon Lewis, die zich de officiële “Godfather of Gore” mag noemen. Aan de beschrijving van het verhaal willen we niet veel inkt verspillen, want laat ons eerlijk zijn: het is slechts een aanleiding voor bloed, strippers en vunzigheden die zowel doen schreeuwen als lachen. “Nothing Has Ever Stripped Your Nerves As Screamingly Raw As The Gore Gore Girls”. (BL)
di 07.11 – 20:30
Charles Dekeukeleire, België, 1938, zwart-wit, 9’ + Henri Storck & Paul Haesaerts, België, 1948, zwart-wit, 64’
Thema’s van inspiratie (Charles Dekeukeleire, 1938) en vooral Rubens (Henri Storck en Paul Haesaerts, 1948) bewijzen dat kunstdocumentaires geen filmisch equivalent hoeven te zijn van duffe pedagogische diavoorstellingen. Beide films zijn geproduceerd in wat we nu als de hoogdagen van de kunstdocumentaire kunnen beschouwen, lang voor het medium televisie het genre overnam en grotendeels standaardiseerde. De cineasten Dekeukeleire, Storck en Haesaerts halen alles uit de cinematografische kast om de sterktes van de schilderijen over te brengen op het witte doek. Charles Dekeukeleire had eerder al filmgedichten gerealiseerd die Germaine Dulac en Ruttman in herinnering brachten en ook Thema’s van inspiratie ademt de avant-gardistische experimenten van de montagefilms van de sovjetcinema. Dekeukeleire monteert portretten van grote meesters tegenover filmbeelden van echte mensen en zou in 1938 op grond van zijn lyrische kwaliteiten de Grote Prijs op het filmfestival van Venetië winnen. Voor Rubens laten Storck en Haesaerts geen animatietechniek onbenut om de werken van Rubens te analyseren en hun dynamiek naar het medium film te vertalen. Rubens werd dan ook door critici als een mijlpaal in de geschiedenis van de kunstdocumentaire omschreven. Volgens Siegfried Kracauer combineert Rubens “briljante filmische penetraties van de wereld van de schilder met een poging om zijn voorkeur voor draaiende bewegingen volkomen duidelijk te maken. Opmerkelijk is dat de film noch zuivere film noch een didactisch werkstuk is, maar een schitterende kruising van beide.” (BC)
De film wordt ingeleid door Birgit Cleppe.
di 14.11 – 20:30
Sergei Eisenstein, Sovjet-Unie, 1928, zwart-wit, 142’
1917: de wereld staat op zijn kop wanneer de grote opstanden van de Bolsjewieken leiden tot de val van de tsaar en het einde van de monarchie in Rusland. Het communisme vindt wereldwijd aanhang en vestigt zich met veel bloedvergieten. Sergei Eisenstein, bekend om zijn al even revolutionaire montagetechnieken en constructivistische beeldcomposities, regisseerde Oktober als een serie re-enactments van deze historische gebeurtenissen. De film was namelijk een opdracht van de overheid bij de herdenking van tien jaar revolutie. Propagandafilm of experimentele documentaire? De bestorming van het Winterpaleis lijkt wel historisch beeldmateriaal terwijl de scènes natuurlijk tot in de puntjes zijn geënsceneerd. De film viel ten prooi aan talloze fases van censuur, afhankelijk van het bewind. Honderd jaar na de installatie van het regime is dit epos vol verrassende beeldkaders en dynamische massashots nog steeds de meest wervelende representatie van deze passage uit de wereldgeschiedenis. (SV)
Met live pianobegeleiding door Tom Van der Schueren.
De film wordt ingeleid door Mario Slugan.
di 21.11 – 20:30
Robert J. Flaherty, VS/Frankrijk, 1922, zwart-wit, 78’
Om deze prachtige documentaire kan geen enkele cinefiel heen: niet alleen lanceerde regisseur Robert J. Flaherty een geheel eigen visie op het prille genre van de natuurfilm, tegelijk heeft de docu de intimistische kwaliteiten van een home movie. Vijftien maanden lang observeerde Flaherty de Inuit: afstandelijke beelden van een traditionele samenleving worden afgewisseld met adembenemende actieshots van de jacht op de zeehond en de strijd tegen de onmenselijk lage temperaturen. We raken gefascineerd door de familie van Nanook die in een iglo de cyclus van de seizoenen volgt, afhankelijk van wat de natuur schenkt. Leven, liefhebben en overleven rond de poolcirkel was nooit eerder in die mate gedocumenteerd waardoor de film historisch belangwekkend kan genoemd worden. Tegelijk voedde Nanook of the North het filmwetenschappelijke debat rond documentaire registratie versus enscenering en manipulatie van de werkelijkheid. Ook de discussie rond het representeren van de ‘nobele wilde’ laaide hoog op. Deze Arctische schoonheid wordt voorzien van een livesoundtrack door onze pianist! (SV)
Met live pianobegeleiding door Tom Van der Schueren.
De film wordt ingeleid door Florian Vanlee.
di 28.11 – 20:30
Alexander Sokurov, Rusland, 2002, kleur, 99’
De Russische regisseur Aleksandr Sokurov maakt elegische documentaires en schilderachtige fictiefilms over herinnering, de confrontatie tussen natuur en cultuur, en de spanning tussen het stilstaande en het bewegende beeld. Hij wordt vaak omschreven als een navolger van zijn grote leermeester en vriend Andrei Tarkovski. Typisch voor Sokurov is het langzame meditatieve tempo, de vele long takes, de persoonlijke voice over, en het experimentele karakter van de films doordat hij werkt met anamorfe lenzen en digitale ingrepen in post-productie. Sokurov wordt sinds de jaren 1990 gewaardeerd in het festivalcircuit en arthouse bioscopen met langspeelfilms als Mother and Son (1997), Faust (2011) en deze Russian Ark (2002), een film die opgezet werd als één enkel point of view shot. In dit huzarenstukje, gefilmd met een steadicam vastgemaakt aan het lichaam van de cameraman, kwam volgens de regisseur geen montage aan te pas. We wanen onszelf een tijdreiziger in een dromerige trip door de vele kamers van de Hermitage in Sint-Petersburg en ontmoeten heel wat historische figuren in verbluffend georchestreerde massascènes. Film als een museum, film in het museum. (SV)
De film wordt ingeleid door Steven Jacobs
di 05.12 – 20:30
Roberto Rossellini, Italië, 1946, zwart-wit, 134’
Als middenstuk van Rossellini’s veel geprezen oorlogstrilogie geldt Paisà als een meesterwerk in de neorealistische cinema. Met verve schetst Rossellini een beeld van een gewond Italië in tijden van bevrijding en wederopbouw. Het onverdeelde succes van Roma, città aperta stelde de Italiaanse grootfilmer in staat om buitenlandse geldschieters aan te trekken en een narratief ambitieus oorlogsepos op poten te zetten. Gestructureerd in zes episodes, elk door een aparte scenarioschrijver geschreven en plaatsvindend in een andere regio van Italië, wordt de Amerikaanse militaire campagne aan het einde van de Tweede Wereldoorlog in beeld gebracht. Rossellini schuwt echter vormen van sentimentaliteit en spektakel in ruil voor een integere mozaïekvertelling die het midden houdt tussen een sociologische analyse en karakterdrama. Aan de hand van een doorgedreven documentaire esthetiek, naturalistische locaties en een eclectische cast, bestaande uit zowel ervaren als non-professionele acteurs, worden de lagen mythologische vernis van de oorlog geschraapt. Voor zowel burger, bezetter als bevrijder is het leven strijd, en Rossellini evoceert met humanistische kracht de teleurstelling en desillusie die de oorlogstijd teweegbracht. (LS)
De film wordt ingeleid door Lennart Soberon.
ma 11.12 – 20:30
The Adventurer, VS, 1917, zwart-wit, 24’ + The Rink,VS, 1916, zwart-wit, 24’ +Behind the screen, VS, 1916, zwart-wit, 30’
Dit speciale programma van drie gerestaureerde kortfilms wordt onder conservatie van Cinematek aangeboden en bevat minder gekend werk van Charlie Chaplin gemaakt tijdens de oorlogsjaren tussen 1916 en 1917. Het icoon van het stille filmtijdperk is in zijn vroeg oeuvre al regisseur en hoofdacteur tegelijkertijd, wat niet op de aftiteling vermeld staat, en speelt telkens tegenover de kokette Edna Purviance. In The Adventurer is ‘The Little Tramp’ een ontsnapte gevangene die voor hommeles zorgt maar tegelijk het leven redt van een moeder en haar dochter. Een jaar eerder creëerde hij een hilarische ober in The Rink, waarin vooral zijn choreografie op rollerskates voor de lachsalvo’s zorgt . In Behind the screen uit datzelfde jaar knipoogt Chaplin naar de microcosmos van de filmstudio. Terwijl zijn collega’s in staking gaan is het hoofdpersonage meer geïnteresseerd in een als man verkleed meisje op zoek naar werk met alle travestiehumor tot gevolg. (SV)
Met live muzikale begeleiding door studenten van het Conservatorium onder leiding van Bart Maris.
di 12.12 – 20:30
Rainer Werner Fassbinder, West-Duitsland, 1972, kleur, 124’
R. W. Fassbinder, het boegbeeld van de Neue Kino, snijdt met deze film een aantal delicate thema’s aan zoals (on)macht, sadomasochisme, jaloezie, maar vooral liefde, of eerder het gebrek daaraan. Ooit schreef hij dat liefde het beste, meest verraderlijke en effectieve instrument is van sociale onderdrukking. Dit weet hij op weergaloze wijze te portretteren in dit semi-autobiografische melodrama. Petra von Kant, een gevierde maar aftakelende modeontwerpster, haalt alles uit de kast om de jonge ondergeschikte Karin Thimm de hare te maken, en te bezitten in een claustrofobische machtsverhouding. Dat dit alles zich afspeelt in één ruimte, met uitzondering van de melancholische beginscène, maakt alles des te beklemmender en geeft de innerlijke toestand van het hoofdpersonage subliem weer. Gelukkig wordt de naargeestigheid van de setting (en het hoofdpersonage) gecompenseerd met een cinematografie die de diepte, gelaagdheid en levendige kleuren van de ruimte weet te vinden en te benadrukken. (EC)
De film wordt ingeleid door Eduard Cuelenaere en Lennart Soberon (Kinoautomat).
“Om meegesleept te worden moet je in de bioscoop zitten, ergens in het donker.”[1] Volgens Susan Sontag komt de magische essentie van film alleen tot zijn recht in het gemoedelijke duister van de bioscoopzaal. Zij beschrijft het genoegen van film kijken als een unieke, onherhaalbare ervaring en ook als een ritueel van bespiegelende, haast fetisjistische aard. Het opgaan en zichzelf verliezen in het beeld is een collectief gebeuren waarbij de deelnemers zich samen richten naar het scherm, vaak dezelfde emoties delen en op samenzweerderige wijze hun zintuigen voeden. Daardoor ontstaat een verbondenheid in de kijkgemeenschap die zich ter plekke heeft gevormd. Ook binnen de Universiteit Gent die reeds 200 jaar een bastion vormt van wetenschappelijke, menselijke en culturele belangen bestaat een dergelijke kijkgemeenschap. In 2017 vieren we niet alleen 200 jaar Universiteit Gent maar ook, bescheidener en toch vermeldenswaardig, 20 jaar Film-Plateau. Vandaag is de filmclub een begrip binnen de universiteit en in de stad Gent die met haar vele vertoningsplatformen, festivals en initiatieven altijd een filmstad is geweest. Studenten, personeel, alumni en cinefielen van overal genieten elke dinsdag volgens de academische kalender van de klassieke Hollywoodfilm, de historische Europese art house cinema en eigentijds werk dat zich binnen een traditie schaart. In 1997 genoten de leden van de filmclub voor het eerst van de knusse zaal met de fluwelen gordijnen in de Paddenhoek. Vandaag heeft de universiteit binnen de associatie met de Hogeschool Gent de moderne vertoningsopties tot haar beschikking van de huidige locatie KASKcinema.
Film maakt deel uit van onze culturele bagage, is onderwerp van academisch onderzoek maar is ook puur genieten van dat mysterieuze ritueel van reflectie en emotie. De onderzoeksgroepen CIMS (Centre for Cinema and Media Studies) en S:PAM (Studies in Performing Arts and Media) stellen sinds het prille begin het programma samen dat aansluit bij het onderwijs en het onderzoek dat aan UGent loopt rond beeldcultuur, esthetica en audiovisuele media. Om zoveel passie te vieren, werd er bijgevolg een voorjaarsprogramma samengesteld rond cinefilie en de obsessieve blik. Denk maar aan het voyeurisme dat centraal staat in Rear Window (1954) van Alfred Hitchcock of Blow-Up (1966) van Michelangelo Antonioni. Of hoe de filmgeschiedenis zelf op een metaniveau gethematiseerd wordt in The Dreamers (2003) van Bernardo Bertolucci. Ook is er ruimte voor een “best-of” van de voorbije twintig jaar: een parade van publiekslievelingen zoals Wild Strawberries (1957) van Ingmar Bergman.
Enkele feestelijke activiteiten willen we extra belichten. Cinea (de Vlaamse dienst voor Filmcultuur) en KASKcinema zijn onze partners tijdens het spectaculaire filmweekend Day For Night van 11 tot 12 maart. Aan de hand van lezingen van experts en vertoningen van originele pellicule verdiepen we ons tijdens een marathon met overnachting in het befaamde day-for-night procédé dat in talrijke Hollywoodklassiekers tot stand kwam, alsook andere filmtechnische en esthetische experimenten rondom dit thema. Op vrijdag 17 maart wordt er tijdens de jaarlijkse en alom gevreesde Filmquiz opnieuw gevochten voor het diploma van grootste filmkenner. Studenten en alumni van UGent kunnen terecht in de filmzaal Paddenhoek, en KASKstudenten strijden simultaan in KASKcinema. Cineast en schrijver Eric De Kuyper schreef talloze boeken en essays met de cinefilie als rode draad en presenteert op dinsdag 17 april zijn recentste film My Life As An Actor. Hij is de centrale gast binnen een tweedaags programma in samenwerking met Art Cinema OFFoff. Een belangrijke pijler binnen de programmareeksen is altijd de stille film met live muzikale begeleiding geweest. Huispianist Tom Van der Schueren verzorgde twintig jaar geleden de soundtrack van Das Cabinet des dr.Caligari (Robert Wiene, 1920) en wordt op 25 april met een herneming in de bloemetjes gezet. Meer livemuziek in het programma Filmtonen, want de studenten van het Conservatorium brengen unieke composities bij Faust (F.W. Murnau, 1926) en het heerlijke The Sheik (George Melford, 1921). Afronden doen we met, hoe kan het ook anders, de film over ouderdom versus onsterfelijke schoonheid waarmee het twintig jaar geleden allemaal begon, gekozen door medestichter en ere-voorzitter van de filmclub Etienne Vermeersch…Death in Venice (1971) van Luchino Visconti.
[1] Sontag, S., vert. H. ten Holt (2002). Waar de nadruk ligt. Amsterdam: De Bezige Bij,147.
di 14.02 – 20:30
Rainer Werner Fassbinder, West-Duitsland, 1974, kleur, 116’
MET Margit Carstensen (Martha Salomon), Karlheinz Böhm (Helmut Salomon), Barbara Valentin (Marianne), Peter Chatel (Kaiser)
Film-Plateau gaat de strijd aan met Valentijnsdag. Kleffe romantiek , dromerige zonsondergangen en happy endings worden allen de rug toegekeerd in deze onmisbare (anti)feestdag-screening. In Martha trekt R.W. Fassbinder genadeloos je het hart uit de borstkast en twijfelt geen moment om dit terug te plaatsen. Geregisseerd voor de Duitse televisie, en geadapteerd naar een boek van gerenommeerd crime-auteur Cornell Woolrich, handelt de film rond de romantische beproevingen van een ongehuwde bibliothecaresse na het overlijden van haar vader. Achtergelaten met haar alcoholische moeder vreest Martha voor een leven als oude vrijster. Deze angst stuurt haar richting een huwelijk met de dominante Helmut. Als enfant terrible van Das Neue Kino schuwde Fassbinder hardvochtige scenario’s niet, en ook in Martha wordt liefde als een lange lijdensweg voorgesteld. De film vormt tevens de eerste poging van de regisseur om een Sirkiaanse stijl van melodrama te verweven met sociaalkritische thema’s. Zwoel kleurgebruik en extravagante camerabewegingen completeren de emotionele intensiteit van het verhaal. (LS)
di 21.02 – 20:30
Alfred Hitchcock, Verenigde Staten, 1954, kleur, 114’
MET James Stewart (L.B. ‘Jeff’ Jefferies), Grace Kelly (Lisa Carol Fremont), Wendell Corey (Det. Lt. Thomas J. Doyle), Thelma Ritter (Stella).
In deze onmiskenbare Hitchcock-klassieker laat de grootmeester van suspense zich van zijn speelsere kant zien. Rear Window is deels suspensethriller, deels claustrofobisch kamerstuk en deels verkenning van filmkijken als voyeuristische activiteit. James Stewart speelt Jeff, een aan een rolstoel gekluisterde journalist die na een ongeval zijn dagen van herstel vult met het bespioneren van zijn buren. Wanneer Jeff tijdens één van zijn nachtelijke observatiesessies meent getuige te zijn geweest van een moord slaat de spanning toe en viert paranoia hoogtij. Hitchcock liet de binnenkoer van het Greenwich Village appartementencomplex volledig bouwen in Paramount Studio’s als speelterrein voor zijn intimistisch kat-en-muisspel. Door de lens van Hitchcocks camera volgen we Jeff in het begluren van zijn vele buurtbewoners; net zoals Jeff, genietend van het voorrecht om te bekijken zonder zelf gezien te worden. Door onze blik te kapen en te begeleiden naar de private sfeer van de inwoners, evenals te richten op de benen van Grace Kelly, wordt de kijker een spiegel voorgehouden en met zijn status als geniepige voyeur geconfronteerd. (LS)
di 28.02 – 20:30
François Truffaut, Frankrijk, 1973, kleur, 116’
MET François Truffaut (Ferrand), Jean-Pierre Léaud (Alphonse), Jacqueline Bisset (Pamela), Valentina Corstese (Séverine), Alexandra Stewart (Stacey)
In een programma dat de magie van film centraal stelt, mag La Nuit Américaine niet ontbreken. In deze film deconstrueert François Truffaut op vakkundige wijze de illusiefabriek die cinema is, terwijl hij er tegelijk de mooiste ode aan brengt. De film gaat over een regisseur, gespeeld door Truffaut zelf, die een speelfilm tracht te realiseren en daarbij geconfronteerd wordt met de onvoorspelbaarheid van acteurs en van zowat alle andere aspecten bij het maken van een film. Truffaut, voormalig invloedrijk criticus van Cahiers du Cinéma en boegbeeld van de Nouvelle Vague, maakte de ultieme film over film, die de grote en kleine kantjes van het filmbedrijf en van het leven op de set toont. Opgedragen aan de stille filmsterren Lilian en Dorothy Gish, zit La Nuit Américaine vol verwijzingen naar de filmgeschiedenis, maar ook naar een andere obsessie van Truffaut: vrouwen. Dixit Truffaut: Le cinéma c’est de l’art de faire faire de jolies choses à de jolies femmes. (GW)
De film wordt ingeleid door Lennart Soberon.
di 07.03 – 20:30
Bernardo Bertolucci, Verenigd Koninkrijk/Frankrijk/Italië, 2003, kleur, 115’
MET Eva Green (Isabelle), Louis Garrel (Theo), Michael Pitt (Matthew), Jean-Pierre Léaud (als zichzelf)
Cinefilie is een rode draad in deze coming-of-age film van de Italiaan Bernardo Bertolucci. Een broer en een zus (Louis Garrel en Eva Green) met een haast ongezonde passie voor cinema sleuren een Amerikaanse uitwisselingsstudent (Michael Pitt) mee in hun fantasiewereld. Het lijkt wel het universum van Les enfants terribles van Jean Cocteau: incestueuze verleiding en machtspelletjes in een wereld waarin volwassenen teleurstellen. Het decor is Parijs ten tijde van de studentenopstanden in 1968. Bertolucci heeft zijn revolutionaire aard altijd vertaald naar het witte doek: ook in Prima della Rivoluzione (1964), Il Conformista (1970) en Strategio del Ragno (1970) kookt het politieke bloed. De maker van Last Tango in Paris (1972) giet in 2003 seks, politiek en cinema opnieuw in de mixer in het prachtige The Dreamers. Wat begint als een filmquiz met ludieke uitdagingen, eindigt in een aangrijpende bewustwording van drie jonge mensen die de realiteit niet langer kunnen en willen ontvluchten. (SV)
De film wordt ingeleid door Gertjan Willems.
za 11.03 – zo 12.03
Info en programma www.cinea.be
Naar aanleiding van het twintigjarig bestaan van Film-Plateau en de 200e verjaardag van de Universiteit Gent organiseert Cinea i.s.m. Film-Plateau en KASKcinema DAY FOR NIGHT, een nieuw cinefiel evenement waarin we ons gedurende een etmaal onderdompelen in de verbeelding van dag en (vooral) nacht in cinema, met een resem vertoningen van originele pellicule uit de rijke collectie van CINEMATEK. Onze experten gidsen je door 24u filmgeschiedenis, van de poëzie van het day-for-night procedé dat in talrijke Hollywoodklassiekers tot hoogstand kwam tot maniakale zoektochten naar het perfecte (dag)licht.
Bij gebrek aan voldoende lichtgevoelige film namen filmmakers hun nachtscènes overdag op, stevig onderbelicht en doorgaans voorzien van een blauwe filter. Het bevreemdende resultaat – met vaak harde schaduwen en een te heldere hemel – getuigt van een (accidentele) poëtische schoonheid die de befaamde ‘onzichtbare’ stijl van klassiek Hollywood doorbreekt. Deze techniek is de inspiratie voor onze cinefiele marathon, een trip van 24u door de filmgeschiedenis!
di 14.03 – 20:30
Ingmar Bergman, Zweden, 1957, zwart-wit, 91’
MET Victor Sjöstrom (Dr. Borg), Bibi Andersson (Sara), Ingrid Thulin (Marianne Borg)
Wilde Aardbeien is één van de meest bejubelde titels uit de filmografie van Ingmar Bergman. De Zweedse regisseur werd ervoor bekroond met de Gouden Beer op de Berlinale. Die andere legende van de Zweedse cinema, Victor Sjömström, speelt de protagonist dr. Isak Borg en overleed kort na de opnames. Borg is een wat angstige, sombere professor die geplaagd wordt door intense nachtmerries. Wanneer hij voor een eredoctoraat afreist naar de universiteit van Lund, speelt de film van zijn leven voor zijn ogen af. Nu hij beseft dat het einde van zijn leven nadert, wordt hij door spijt maar ook door liefdevolle herinneringen overmant. Deze flashbacks worden gevisualiseerd via de prachtige cinematografie van Gunnar Fischer, waaronder één van de indrukwekkendste droomscènes uit de filmgeschiedenis. Het is een eerder toegankelijke film van Bergman die met zijn existentialistische, filosofische oeuvre de grootste regisseurs inspireerde, waaronder Stanley Kubrick die Wilde Aardbeien ooit zijn lievelingsfilm noemde. (SV)
De film wordt ingeleid door Jono Van Belle.
vr 17.03 – 20:00
Locatie: filmzaal Paddenhoek 3
Inschrijving noodzakelijk via film-plateau@ugent.be
Cinefielen, verenig u! De filmzaal te Paddenhoek verandert voor het derde jaar op rij in een Colosseum voor cinefiele schermutseling met de Film-Plateau Filmquiz. Fragmenten, soundtracks, fait-divers en special guests passeren allemaal de revue in alweer een epische krachtmeting vol pittige vragen en schitterende prijzen. Filmfanatieke UGent studenten en alumni jonger dan 30 kunnen alvast hun strijdbijlen slijpen en vrijdag 17 maart in hun agenda noteren. Van stille filmklassiekers tot goedkope genrepulp, Film-Plateau test je kennis in de vele vormen van zevende kunst. Vragen zijn van wisselend niveau zodat er voor elk type filmfan wel iets te raden valt. Inschrijven kan per groep (deze bedraagt max. 4 personen) door een geschikte groepsnaam, de namen van de deelnemers, je opleiding en hun studentenkaartnummers door te sturen naar film-plateau@ugent.be. De prijs per groep bedraagt 10 euro en betalen doe je aan de kassa. Reserveer snel want er worden slechts 20 groepen toegelaten. De quiz gaat door in Paddenhoek 3 en gaat om 20:00 van start.
Een parallelle presentatie van de quiz wordt diezelfde avond, speciaal voor studenten van de School of Arts en KASKcinema-abonnees, in KASKcinema georganiseerd.. Reservaties voor dit simultane quizmoment gebeuren via info@kaskcinema.be.
di 21.03 – 20:30
Michelangelo Antonioni, Verenigd Koninkrijk/Italië/Verenigde Staten, 1966, kleur, 111’
MET Vanessa Redgrave (Jane), Sarah Miles (Patricia), David Hemmings (Thomas), Jane Birkin (de blonde)
Gebaseerd op een novelle van Julio Cortazar speelt dit verhaal zich af in Londen in de jaren 1960. Thomas is een cynische fotograaf die er graag op uit trekt om eindelijk iets te vinden dat de moeite waard is om te fotograferen. Wanneer hij een koppeltje in een innige omhelzing fotografeert in een park, blijkt de vrouw daar niet mee opgezet. Ze eist de negatieven maar stiekem houdt hij de originelen en ontdekt zo dat hij ooggetuige was van een moordcomplot. Hij raakt geobsedeerd door de zaak met gevaar voor eigen leven. Schijn en zijn blijken echter twee verschillende zaken, en dat maakt deze film tot een heuse metafoor voor de aantrekkingskracht van beelden. De fotografie is hier de aanleiding voor een gesofisticeerde film van één van de grote namen uit de Italiaanse cinema. Onder een saus van minimal jazz van Herbie Hancock brengt Antonioni hier een sfeervolle schets van de tijdsgeest met een hoog rock ’n rollgehalte. Zo trekt Thomas naar een club waar The Yardbirds optreden met Jimmy Page en Jeff Beck in persoon. Antonioni is niet alleen de regisseur van klassiekers als La Notte (1961) of Professione: Reporter (1975): met Blow-Up voedde hij het voyeur-thema dat vanaf de jaren 1970 des te populairder zou worden. (SV)
De film wordt ingeleid door Florian Vanlee.
ma 27.03 – 20:30
F.W. Murnau, Duitsland, 1926, zwart-wit, 85’
MET Gösta Ekman (Faust), Emil Jannings (Mephisto), Camilla Horn (Gretchen/Marguerite)
Nosferatu (1922), Der Letzte Mann (1924), Sunrise (1927)…ergens tussen expressionisme en naturalisme situeren we de stilistische signatuur van de meester van de Duitse stille film. Friedrich Wilhelm Murnau emigreerde na het maken van Faust naar de Verenigde Staten waardoor deze film zijn laatste productie bij UFA werd in de Weimarrepubliek. De alchemist Faust wordt het slachtoffer van een weddenschap tussen Satan en een engel: het scenario is deels gebaseerd op de legendarische vertelling van Goethe over een man die zijn ziel aan de duivel verkoopt. Tot op vandaag spreekt dit verhaal tot onze verbeelding. De liefde voor de mooie Gretchen blijkt de alombekende morele dilemma’s te overschaduwen, maar niet voor het vuur aan de schenen van de protagonist gelikt heeft. Emil Jannings werd onsterfelijk naast Marlene Dietrich in Von Sternbergs Der Blaue Engel en schittert hier als doortrapte Mephistofeles. (SV)
Met live muzikale begeleiding door studenten van het Conservatorium onder leiding van Bart Maris.
di 28.03 – 20:30
Tay Garnett, Verenigde Staten, 1946, zwart-wit, 113’
MET Lana Turner (Cora Smith), John Garfield (Frank Chambers), Cecil Kellaway (Nick Smith)
Je hoeft geen filmkenner te zijn om de suggestieve titel te herkennen van deze “overspelklassieker”. Het thema van minnaars die de moord op een echtgenoot beramen, was in 1946 bijzonder populair en is het ooit anders geweest? Het boek van James M. Cain inspireerde drie jaar eerder al Visconti voor Ossessione en in 1981 maakte Bob Rafelson een succesvolle remake met Jack Nicholson en Jessica Lange. Frank is een doelloze snuiter die in dienst wordt genomen door de eigenaar van een wegrestaurant. Hij valt voor diens sexy echtgenote die dringend van haar man af wil. In deze rauwe film noir vertelling wordt de femme fatale Cora gespeeld door de sensuele Lana Turner. What goes around, comes around…lijkt de moralistische clou van The Postman Always Rings Twice. Maar de chemie tussen de hoofdrolspelers, de genadeloze teneur van het scenario en de knappe locatieshots (ongebruikelijk voor MGM in die periode) maken hem onvergetelijk. (SV)
di 18.04 – 20:30
Eric De Kuyper, België, 2015, kleur, 75’
MET Eric De Kuyper (psychoanalyticus), Adrian Mirza (de acteur)
De eerste langspeelfilm in vijfentwintig jaar van Eric De Kuyper bestaat uit sequenties die ieder een hommage zijn aan verschillende Hollywood-genres. Eric De Kyper speelt zelf een psychoanalyticus die een beginnende acteur over de vloer krijgt met wie hij spreekt over cinema. Denk: ‘Woody Allen meets The artist’. Een jonge acteur volgt eerst noodgedwongen, daarna ‘voor zijn plezier’, een therapie. Hij praat er gezellig met de analyticus over zijn rollen, de films waarin hij zou willen spelen (een film noir, een piratenfilm, …). Tot ze beide beseffen dat ze misschien wel het verkeerde beroep hebben gekozen, en dan maar hun rollen wijzigen. Eric De Kuyper regisseerde onder meer Casta Diva (1982), A Strange Love Affair (1984) en Pink Ulysses (1990). Hij schreef talloze romans en essays over cinema en opera, acteerde en is actief als curator en set designer. Film-Plateau en Art Cinema OFFoff belichten het oeuvre van deze wandelende filmencyclopedie met twee programma’s waarin de regisseur de centrale gast is. Deze screening wordt op 29 april gevolgd door een retrospectieve avond in Art Cinema OFFoff. (SV)
Met inleiding door de regisseur en in samenwerking met Art Cinema OFFoff. Zie ook http://www.offoff.be
ma 24.04 – 20:30
George Melford, Verenigde Staten, 1921, zwart-wit, 86’
MET Rudolph Valentino (de sjeik), Agnes Ayres (lady Diana Mayo), Walter Long (Omair), Loretta Young (kind)
De oriëntaalse droom vierde hoogtij in het interbellum. De met kohlpotlood aangezette ogen van sfinxachtige haremvrouwen, rijkelijk gestoffeerde Byzantijnse decors en luxueuze klederdracht vielen in de smaak bij het grote publiek. The Sheik (1921) van George Melford was één van die zinnelijke hoogtepunten, mede door de theatrale vertolking van danser Rudolph Valentino. Hij speelt een eerder moderne sjeik die in de Sahara verliefd wordt op een Britse toeriste van de upperclass. Deze koppige lady is echter niet zo makkelijk te overtuigen als de lokale courtisanes, dus schaakt hij haar. De cast telt ook het kindsterretje Loretta Young die later de vrouw van een sjeik zou spelen in Dillons romantische avonturenfilm Kismet. Diva Agnes Ayres was in het stille filmtijdperk erg geliefd en speelde in 1926 opnieuw aan de zijde van Valentino in The Son of the Sheik (George Fitzmaurice) dat zich van een gelijkaardig exotisme bediende. Valentino stierf datzelfde jaar op piepjonge leeftijd, maar hield aan zijn personage voor altijd de bijnaam ‘The Great Lover’ over. (SV)
Met live muzikale begeleiding door studenten van het Conservatorium onder leiding van Bart Maris.
di 25.04 – 20:30
Robert Wiene, Duitsland, 1920, zwart-wit, 77’
MET Werner Krauss (Dokter Caligari), Conrad Veidt (Cesare), Lil Dagover (Jane), Rudolf Lettinger (Dokter Olson)
Nu Film-Plateau twintig jaar bestaat, heeft ook onze huispianist Tom Van der Schueren twintig jaar live muzikale begeleiding op de teller staan. Hulde aan de huispianist dus met een speciale vertoning van de stille filmklassieker waarmee het allemaal begon!
Das Cabinet des Dr. Caligari vertelt de geschiedenis van de gestoorde dokter en directeur van een psychiatrische instelling Caligari (Werner Krauss). Vermomd als kermisexploitant volgt hij samen met de somnambulist Cesare een moorddadig parcours. De verknipte droomwereld van de film wordt versterkt door de theatrale acteerstijl, de spookachtige grime van de acteurs (Conrad Veidt drukte definitief zijn stempel op de stille filmperiode) en de asymmetrische decors. Heel wat filmcritici interpreteerden de film als een duistere metafoor voor de politieke krachten die Duitsland tijdens het Weimarregime destabiliseerden. Deze vroeg expressionistische film van UFA-regisseur Robert Wiene luidt de opkomst van het horrorgenre mee in. (SV)
Met live pianobegeleiding door Tom Van der Schueren.
di 02.05 – 20:30
Michael Powell, Verenigd Koninkrijk, 1960, kleur, 101’
MET Karlheinz Böhm (Mark Lewis), Moira Schearer (Vivian), Anna Massey (Helen Stephens)
Michael Powell vormde jarenlang een succesvolle tandem met Emeric Pressburger voor klassiek geworden producties als Black Narcissus (1947) en The Red Shoes (1948). Hij viel echter enige tijd uit de gratie bij het publiek en de filmsector toen het provocerende Peeping Tom uitkwam in 1960. De film wordt vandaag beschouwd als een controversieel meesterwerk, exemplarisch voor de psychoanalytische filmtheorie. In 1960 was het immers nog ongezien om het subjectieve perspectief van een moordenaar als uitvalsbasis te nemen voor een horrorfilm. Het metagehalte van Peeping Tom neemt bovendien gigantische proporties aan door het wel erg bijzondere moordwapen: een camera! Powell biedt ons een huiveringwekkende glimp in het hoofd van een voyeuristische regisseur-seriemoordenaar. Niet toevallig assisteerde Powell enige tijd Alfred Hitchcock…in deze suspensevolle thriller druipt de seksuele frustratie van het scherm. (SV)
di 09.05 – 20:30
Stanley Donen & Gene Kelly, Verenigde Staten, 1952, kleur, 103’
MET Gene Kelly (Don Lockwood), Debbie Reynolds (Kathy Selden), Donald O’Connor (Cosmo Brown), Jean Hagen (Lina Lamont), Cyd Charisse (danser)
Don Lockwood en Lina Lamont zijn een populair Hollywoodkoppel in ‘the roaring twenties’ maar achter gesloten deuren kunnen ze elkaar niet uitstaan. Bij de opkomst van de geluidsfilm worden ze bovendien voor nieuwe uitdagingen gesteld: de stem van de diva blijkt vreselijk te klinken… Stof genoeg voor situationele humor in één van de meest bewierookte musicals uit de filmgeschiedenis. In de woorden van filmcriticus Rogert Ebert: “there is no movie musical more fun than Singin’ in the Rain.” Wie aan de iconische dansnummers denkt waarin de sterren letterlijk de muren oplopen, komt meteen uit bij deze feel good movie want protagonist en choreograaf Gene Kelly verbluft met halsbrekende acrobatie. De komische vertolkingen van zijn tegenspelers cirkelen allemaal rond middelpunt Kelly: onder meer Donald O’Connor als Cosmo Brown en een piepjonge Debbie Reynolds. Deze MGM-productie blijft verfrissend als een zomers buitje en zit propvol cinefiele knipogen naar het stille filmtijdperk. (SV)
di 16.05 – 20:30
Luchino Visconti, Italië, 1971, kleur, 130’
MET Dirk Bogarde (Gustav Von Aschenbach), Silvana Mangano (moeder van Tadzio), Romolo Valli (hotelmanager), Björn Andrésen (Tadzio)
De novelle Der Tod in Venedig van Thomas Mann over een oudere schrijver die zijn laatste levensdagen doorbrengt in Venetië, werd in 1971 door Luchino Visconti onvergetelijk verfilmd. In de adaptatie wordt de schrijver een componist, Gustav von Aschenbach, gespeeld door Dirk Bogarde. De protagonist brengt de zomerdagen door op het Lido maar de uitbraak van een cholera-epidemie werpt een donkere schaduw over de reis. Von Aschenbach wordt in zijn overpeinzingen over esthetica gestoord door de verschijning van de wondermooie tienerjongen Tadzio. De toen choquerende suggestiviteit van de plot rond deze platonische verliefdheid heeft echter vooral een metaforisch doel: de spanning tussen jeugd en ouderdom, het dionysische en het apollinische in de kunst oproepen. Visconti koos voor de soundtrack één van de meest aangrijpende muziekstukken ooit: het Adagietto uit de vijfde symfonie van Mahler. Er is wellicht geen filmfan te vinden die de compositie kan horen zonder het iconische beeld voor zich te zien van de pootjebadende Tadzio bij zonsondergang. Death in Venice was in 1997 de eerste Film-Plateauvertoning gekozen door ere-voorzitter prof.em. Etienne Vermeersch. (SV)
05.03.2024
Op vrijdag 22 maart zal de Universiteit Gent, op initiatief […]
21.10.2023
Op 31 oktober opent onze duistere cinemakrocht voor de Japanse […]
26.09.2023
De openingsfilm Metropolis (1927) is online reeds uitverkocht! We werken […]
01.09.2023
Benieuwd naar welke dinsdagavond films Film-Plateau voor jou in petto […]
25.06.2023
In het najaar vertonen we i.s.m. het Brussels Art Film […]
23.06.2023
Deze zomer nestelen negen Gentse filmvertoners zich in de rust […]
25.05.2023
Op dinsdag 23 mei wuifden de jongens van Fengkuei ons Film-Plateau […]
05.03.2024
Op vrijdag 22 maart zal de Universiteit Gent, op initiatief van de vakgroep communicatiewetenschappen een eredoctoraat uitreiken aan Trinh T. Minh-ha, één van de meest gerespecteerde postkoloniale filmmakers uit de 20e eeuw en tevens professor, theoreticus, musicoloog, en componist.
Trinh T. Minh-ha werd in 1953 geboren in Vietnam en migreerde anno 1970 naar Illinois (Verenigde Staten) om er musicologie en comparatieve literatuur te studeren. Na academische en artistieke omzwervingen in Frankrijk, Senegal, en Japan, werd ze aangesteld als professor in gender and women’s studies and rhetoric aan de University of California. Haar kritische, onderzoeksmatige, en maatschappijbetrokken ingesteldheid vertaalde zich in een veelzijdig oeuvre, van multimedia-installaties en essayfilms (bijv. Reassemblage, 1982) tot academische boekpublicaties (bijv. Cinema Interval, 1999).
In elk van haar projecten doorkruist Trinh T. Minh-ha zowel geografische als disciplinaire grenzen voedt ze het debat rond postkolonialiteit, migratie, gender, en representatie. Dat doet ze door op zoek te gaan naar een nieuwe manier van filmen, kijken, spreken, luisteren, schrijven en lezen. Vooral haar transgressieve cinema introduceert een alternatieve en indirecte vorm van documentatie en kenniscreatie; een nieuw, dynamisch discours gekenmerkt door een radicale keuze voor meerstemmigheid, subjectiviteit en positionaliteit.
De universitaire filmclub Film-Plateau vertoont twee van haar films:
Dinsdag 19 maart Surname Viet Given Name Nam (1989)
Zaterdag 23 maart What About China? (2022).
Deze laatste film zal worden ingeleid door de Vietnamees-Amerikaanse filmmaker zelf. Na de vertoning zal nog een Q&A plaatsvinden die zal worden begeleid door dr. Martine Huvenne (docent KASK), gevolgd door een receptie.
In Surname Viet Given Name Nam (1989) spreekt Trinh T. Minh-ha rond – en dus zeker niet over – de verhalen en ervaringen van Vietnamese vrouwen. Door zowel reële als geënsceneerde interviews, archiefmateriaal, en prints door elkaar te weven, drijft ze een veelheid aan subjectieve waarheden op de spits. In navolging van haar eerste film, Reassemblage (1982), weigert ze de mensen die ze in beeld brengt, te onderwerpen aan de observerende logica van etnografische documentaires en breekt ze, als poststructuralistisch denker, met gangbare ideeën rond objectiviteit, realisme, representatie en waarneembaarheid. Trinh T. Minh-ha plaatst daarbij haar eigen blik en positie, alsook die van de kijker, centraal. Auteurschap in het proces van betekenisgeving staat immers gelijk aan macht. Die machtsrelatiewil ze tot het verleden veroordelen. In Surname Viet Given Name Nam nodigt ze ons uit de grenspaden op te zoeken en op de dunne lijnen waar vele waarheden kruisen, onze blik te verruimen.
In haar laatste film What About China? (2022) richt Trinh T. Minh-ha de camera op vrouwen, kinderen en families in Oost- en Zuid-Chinese dorpen in de vroege jaren ‘90, zo’n halve eeuw na de Culturele Revolutie. Via een experimentele herkadering van archiefbeelden slaagt ze erin te ‘spreken over’ zonder te objectiveren en dicht bij een onderwerp te komen zonder er beslag op te leggen. Zodoende – en met een specifieke aandacht voor Chinese architectuur – schenkt ze ons een contemplatief, ritmisch reisessay naar een traditioneel en ruraal China, waar noties van harmonie, traditie, en oorsprong tegelijk worden gevierd en op losse schroeven gezet. In het verwerpen van eenduidige vormen van geschiedschrijving en het reflecteren over haar eigen rol daarin, stelt Trinh T. Minh-ha zich luidop de vraag naar welke tradities en oorsprongsverhalen we nostalgisch verlangen, waarom en hoe we dat doen. Zodoende is What about China een polyfone schets die verbondenheid evoceert, eerder dan een figuratief portret dat representeert.
Met de uitreiking van het eredoctoraat (promotoren: Prof. Daniel Biltereyst en Prof. Sofie Van Bauwel) en de aansluitende filmvertoningen vieren de vakgroep Communicatiewetenschappen en de universitaire filmclub Film-Plateau het werk van Trinh T. Minh-ha, gekenmerkt door een kruisbestuiving tussen audiovisuele kunst/media en academisch onderzoek.
21.10.2023
Op 31 oktober opent onze duistere cinemakrocht voor de Japanse cultklassieker Tetsuo : The Iron Man. Zet je schrap voor een intense cinema-attack op al je zintuigen en zenuwgestel. Doetjes weze bij deze gewaarschuwd.
En kom mee huiveren in jouw favoriete Halloweenkostuum natuurlijk!
19:30 Drinks & Snacks in KASKfoyer
20:30 Live muziek geïnspireerd Tetsuo’s sounddesign door Steinfeld
20:45 Inleiding + film
Reserveer alvast hier voor je dosis body horror.
26.09.2023
01.09.2023
Benieuwd naar welke dinsdagavond films Film-Plateau voor jou in petto heeft voor het kraaknieuwe semester? Nog eventjes geduld! Op 19 september onthullen we ons nieuwe programma.
25.06.2023
In het najaar vertonen we i.s.m. het Brussels Art Film Festival een kunstdocumentaire in KASKcinema. De oproep staat nog open tot 1 juli voor Belgische en buitenlandse deelnemers. Films over kunst met een link met België komen in aanmerking voor eindselectie.
Meer info hoe je jouw kunstdocumentaire kan indienen vind je alvast hier.
23.06.2023
Locatie Cinema Theresia: Theresianenstraat 9 – 9000 Gent
Bar opent vanaf 20:00 en film vangt aan bij zonsondergang rond 22:00.
25.05.2023
Wij gaan alvast aan de slag met jullie boeiende suggesties voor ons najaarsprogramma.
Heb je nog een filmtip voor ons? Stuur gerust je suggesties door naar info@film-plateau.be.